maandag, 19 september, 2016 Of vaker voeren de voerefficiëntie en voeropname verhoogt komt uit wetenschappelijk onderzoek niet duidelijk naar voren, concludeert Gert van Duinkerken, hoofd van de afdeling diervoeding van Wageningen Livestock Research. Vaak wordt gedacht dat vaker voeren de voeropname en de voerefficiëntie verhoogt. ‘Door vaker per dag te voeren vreten de koeien meer, maar kleinere maaltijden’, stelt Van Duinkerken. ‘Het verhoogt de beschikbaarheid van voer en vermindert het sorteren van de betere verteerbare energierijke voerdeeltjes en vermindert daarmee de kans op pensverzuring.’ Voerfrequentie en drogestofopname‘Onderzoek naar effecten van voerfrequentie op de voeropname geven echter wisselende uitkomsten’, concludeert de onderzoeker. ‘In sommige proeven was sprake van een hogere drogestofopname bij een hoge voerfrequentie, terwijl in andere proeven geen of zelfs een tegengesteld effect werd gevonden.’ Vreettijd versus onrust‘In proeven met een verhoogde voeropname werd het effect vooral toegeschreven aan een toename van de vreettijd. Een lagere voeropname bij een hoge voerfrequentie werd geweten aan een grotere onrust in de stal en kortere ligtijden.’ Van Duinkerken ziet verder in de internationale onderzoeken op dit gebied dat er heel veel factoren zijn die de effecten van voerfrequentie beïnvloeden. ‘En dat maakt een eensluidende conclusie moeilijk.’ Competitie om vreetplaatsenUit veel onderzoeken blijkt dat bezetting aan het voerhek een belangrijke factor is in de voeropname. ‘Competitie om vreetplaatsen leidt tot een hogere voeropnamesnelheid en minder, maar wel langere maaltijden. Ook is er bij een hoge bezettingsgraad aan het voerhek veel meer verschil tussen dieren in voeropname. Door vaker per dag te voeren, is het mogelijk om de competitie tussen dieren aan het voerhek te verminderen. Andere factoren die invloed hebben op de effecten van voerfrequentie zijn onder meer de voermethode (enkelvoudige rantsoenen of TMR), productieniveau, rantsoensamenstelling, leeftijd en lactatiestadium.
0 reacties
|
Wisselende uitkomsten bij onderzoeken naar voerfrequentie
Of vaker voeren de voerefficiëntie en voeropname verhoogt komt uit wetenschappelijk onderzoek niet duidelijk naar voren, concludeert Gert van Duinkerken, hoofd van de afdeling diervoeding van Wageningen Livestock Research.
Vaak wordt gedacht dat vaker voeren de voeropname en de voerefficiëntie verhoogt. ‘Door vaker per dag te voeren vreten de koeien meer, maar kleinere maaltijden’, stelt Van Duinkerken. ‘Het verhoogt de beschikbaarheid van voer en vermindert het sorteren van de betere verteerbare energierijke voerdeeltjes en vermindert daarmee de kans op pensverzuring.’
Voerfrequentie en drogestofopname
‘Onderzoek naar effecten van voerfrequentie op de voeropname geven echter wisselende uitkomsten’, concludeert de onderzoeker. ‘In sommige proeven was sprake van een hogere drogestofopname bij een hoge voerfrequentie, terwijl in andere proeven geen of zelfs een tegengesteld effect werd gevonden.’
Vreettijd versus onrust
‘In proeven met een verhoogde voeropname werd het effect vooral toegeschreven aan een toename van de vreettijd. Een lagere voeropname bij een hoge voerfrequentie werd geweten aan een grotere onrust in de stal en kortere ligtijden.’ Van Duinkerken ziet verder in de internationale onderzoeken op dit gebied dat er heel veel factoren zijn die de effecten van voerfrequentie beïnvloeden. ‘En dat maakt een eensluidende conclusie moeilijk.’
Competitie om vreetplaatsen
Uit veel onderzoeken blijkt dat bezetting aan het voerhek een belangrijke factor is in de voeropname. ‘Competitie om vreetplaatsen leidt tot een hogere voeropnamesnelheid en minder, maar wel langere maaltijden. Ook is er bij een hoge bezettingsgraad aan het voerhek veel meer verschil tussen dieren in voeropname. Door vaker per dag te voeren, is het mogelijk om de competitie tussen dieren aan het voerhek te verminderen. Andere factoren die invloed hebben op de effecten van voerfrequentie zijn onder meer de voermethode (enkelvoudige rantsoenen of TMR), productieniveau, rantsoensamenstelling, leeftijd en lactatiestadium.
REAGEER