vrijdag, 30 augustus, 2019 De zomerkuilen van 2019 bevatten met 160 gram per kilo gemiddeld weinig eiwit. Ook de gehalten aan mineralen en spoorelementen zijn relatief laag. Dit blijkt uit de analyseresultaten van Eurofins Agro. De cijfers betreffen kuilen die zijn gemaakt tussen 15 juni en 31 juli. Het gaat hierbij om tweede en derde snedes. Met een gemiddelde van 882 ligt het vem-gehalte van deze kuilen iets onder het langjarig gemiddelde. Grillig verloopVolgens Eurofins heeft ruim 30 procent van de zomerkuilen een totaal ruweiwitgehalte van minder dan 150 gram per kilo. Het gemiddelde komt uit op 160 gram ruw eiwit totaal en dat is ongeveer 20 gram minder dan in dezelfde periode in 2017 en 2018. Eurofins wijt het lage eiwitgehalte aan het droge en zonnige zomerweer, waardoor de groei van de tweede en derde snede in grote delen van Nederland zeer grillig verliep. Weinig mineralenHet effect van de droogte is ook zichtbaar in de gehalten aan mineralen en spoorelementen. Die liggen vrijwel allemaal duidelijk onder het langjarig gemiddelde, omdat het gras door vochtgebrek weinig mineralen heeft kunnen opnemen. Zo bevatten de kuilen opvallend weinig ijzer en ook het fosforgehalte is met 3,4 gram per kilo relatief laag. Extra zwavelbemestingEurofins wijst erop dat in 20 procent van de zomerkuilen de S-index laag is. Dit duidt op een krappe beschikbaarheid van zwavel tijdens de groeiperiode. Dit is hoogstwaarschijnlijk ook een effect van de droogte. Eurofins adviseert om op zwavelarme gronden naast de eerste snedes ook de tweede snede met zwavel te bemesten.
0 reacties
|
Weinig eiwit en mineralen in zomerkuilen 2019
De zomerkuilen van 2019 bevatten met 160 gram per kilo gemiddeld weinig eiwit. Ook de gehalten aan mineralen en spoorelementen zijn relatief laag. Dit blijkt uit de analyseresultaten van Eurofins Agro.
De cijfers betreffen kuilen die zijn gemaakt tussen 15 juni en 31 juli. Het gaat hierbij om tweede en derde snedes. Met een gemiddelde van 882 ligt het vem-gehalte van deze kuilen iets onder het langjarig gemiddelde.
Grillig verloop
Volgens Eurofins heeft ruim 30 procent van de zomerkuilen een totaal ruweiwitgehalte van minder dan 150 gram per kilo. Het gemiddelde komt uit op 160 gram ruw eiwit totaal en dat is ongeveer 20 gram minder dan in dezelfde periode in 2017 en 2018.
Eurofins wijt het lage eiwitgehalte aan het droge en zonnige zomerweer, waardoor de groei van de tweede en derde snede in grote delen van Nederland zeer grillig verliep.
Weinig mineralen
Het effect van de droogte is ook zichtbaar in de gehalten aan mineralen en spoorelementen. Die liggen vrijwel allemaal duidelijk onder het langjarig gemiddelde, omdat het gras door vochtgebrek weinig mineralen heeft kunnen opnemen. Zo bevatten de kuilen opvallend weinig ijzer en ook het fosforgehalte is met 3,4 gram per kilo relatief laag.
Extra zwavelbemesting
Eurofins wijst erop dat in 20 procent van de zomerkuilen de S-index laag is. Dit duidt op een krappe beschikbaarheid van zwavel tijdens de groeiperiode. Dit is hoogstwaarschijnlijk ook een effect van de droogte. Eurofins adviseert om op zwavelarme gronden naast de eerste snedes ook de tweede snede met zwavel te bemesten.
REAGEER