vrijdag, 24 september, 2021 Het toevoegen van tot ruim een kwart smalle weegbree aan het rantsoen heeft geen gevolgen voor de voeropname en de productie van melkeiwit. Dat blijkt uit een voerproef van het Louis Bolk Instituut, Wageningen Livestock Research en KTC Zegveld, waarover V-focus schrijft. 28 of 56 procent smalle weegbreeIn een voerproef vergeleken de onderzoekers drie verschillende rantsoenen: een rantsoen met honderd procent graskuil, een rantsoen met een aandeel van 28 procent smalle weegbree en een rantsoen met een aandeel van 56 procent smalle weegbree. Alle rantsoenen werden aangevuld met dezelfde krachtvoergift. De onderzoekers vonden geen verschil in voeropname tussen de rantsoenen zonder weegbree en die met 28 procent weegbree. Bij het rantsoen met iets meer dan de helft smalle weegbree daalde de drogestofopname met bijna een kg per dag. Het toevoegen van weegbree aan het kuilrantsoen gaf een lichte daling van de meetmelkproductie en het vetgehalte, terwijl het eiwitgehalte juist licht steeg. Maar volgens de onderzoekers waren deze verschillen niet significant. Lagere methaanemissieDe methaanemissie per kilo meetmelk lijkt iets af te nemen als het rantsoen smalle weegbree bevat. Volgens de onderzoekers speelt de lagere drogestofopname daarbij een rol. Door de bank genomen bevatten de weegbreekuilen minder suiker en ruw eiwit en hadden ze een lager NDF-gehalte dan kuilen van Engels raaigras. Smalle weegbree is opgenomen in de meeste mengsels voor productief kruidenrijk grasland. Het kan beter met droogte omgaan dan Engels raaigras en is minstens zo productief. In Nieuw-Zeeland wordt smalle weegbree al twintig jaar ingezet als ruwvoer.
0 reacties
|
Voeropname gelijk bij kwart smalle weegbree in rantsoen
![]() |
Het toevoegen van tot ruim een kwart smalle weegbree aan het rantsoen heeft geen gevolgen voor de voeropname en de productie van melkeiwit.
Dat blijkt uit een voerproef van het Louis Bolk Instituut, Wageningen Livestock Research en KTC Zegveld, waarover V-focus schrijft.
28 of 56 procent smalle weegbree
In een voerproef vergeleken de onderzoekers drie verschillende rantsoenen: een rantsoen met honderd procent graskuil, een rantsoen met een aandeel van 28 procent smalle weegbree en een rantsoen met een aandeel van 56 procent smalle weegbree. Alle rantsoenen werden aangevuld met dezelfde krachtvoergift.
De onderzoekers vonden geen verschil in voeropname tussen de rantsoenen zonder weegbree en die met 28 procent weegbree. Bij het rantsoen met iets meer dan de helft smalle weegbree daalde de drogestofopname met bijna een kg per dag.
Het toevoegen van weegbree aan het kuilrantsoen gaf een lichte daling van de meetmelkproductie en het vetgehalte, terwijl het eiwitgehalte juist licht steeg. Maar volgens de onderzoekers waren deze verschillen niet significant.
Lagere methaanemissie
De methaanemissie per kilo meetmelk lijkt iets af te nemen als het rantsoen smalle weegbree bevat. Volgens de onderzoekers speelt de lagere drogestofopname daarbij een rol.
Door de bank genomen bevatten de weegbreekuilen minder suiker en ruw eiwit en hadden ze een lager NDF-gehalte dan kuilen van Engels raaigras. Smalle weegbree is opgenomen in de meeste mengsels voor productief kruidenrijk grasland. Het kan beter met droogte omgaan dan Engels raaigras en is minstens zo productief. In Nieuw-Zeeland wordt smalle weegbree al twintig jaar ingezet als ruwvoer.
REAGEER