Voerkosten vorig jaar gestegen met 13 procent

In 2021 lagen de voerkosten gemiddeld op 12,24 euro per 100 kg melk.

Dat is 1,37 euro meer dan in 2020 en betekent een stijging van 13 procent, zo meldt Alfa Accounts in haar jaarlijkse uitgave Cijfers die spreken.

Hogere kosten

Alfa Accountants zette de belangrijkste kosten en opbrengsten van haar melkveebedrijven op een rij. De voerkosten stegen het hardst, maar in 2021 stegen ook de veekosten (van 2,94 naar 3,09 euro per 100 kg melk), de teeltkosten voor mais en gras (van 1,46 naar 1,55 euro per 100 kg melk) en de brandstofkosten (0,93 naar 1,10 euro per 100 kg melk) en de kosten voor gas, water en electra (van 0,81 naar 0,92 euro per 100 kg melk). De effecten van de fors opgelopen energieprijzen en daarmee kunstmestprijzen aan het eind van vorig jaar, zijn nog nauwelijks merkbaar in de cijfers, zo stelt Alfa.

Hogere opbrengsten

Gelukkig stegen de opbrengsten ook. De klanten van Alfa Accountants ontvingen gemiddeld 39,23 euro per 100 kg melk, een stijging van 3,22 euro. De omzet en aanwas steeg van 1,75 naar 2,87 euro per 100 kg melk.

Veilige liquiditeitsmarge

Vanwege de huidige onzekere marktsituatie zijn de prijzen voor brandstof, kunstmest en voer explosief gestegen. Ook de melkprijs stijgt, maar Alfa Accountants waarschuwt om goed de liquiditeitspositie in de gaten te houden. Een goede vuistregel is volgens Alfa dat een melkveebedrijf begin maart een ruimte op de rekening-courant zou moeten hebben van circa 10 euro per 100 kg melk, oftewel 100.000 euro op een gemiddeld melkveebedrijf met 1 mln. kg melk. Is die ruimte er niet, dan is de kans aanwezig dat er liquiditeitsspanningen in het komende seizoen gaan ontstaan.

Tips voor onzekere situatie

Vanwege de onzekere situatie geeft Alfa een aantal tips om kosten beheersbaar te houden.

1. Stel investeringen uit die op korte termijn geld kosten.

2. Voer investeringen uit die op korte termijn geld kunnen opleveren, bijvoorbeeld zonnepanelen.

3. Produceer maximaal melk uit eigen ruwvoer.

4. Start vroeg in het voorjaar met weidegang.

5. Overweeg om het aantal uren weidegang uit te breiden.

6. Verlaag (verantwoord) het ruweiwitgehalte in het rantsoen.

7. Ga bewust om met het aantal bewerkingen op het land om brandstof te besparen.

8. Beoordeel de variabele rente en kies eventueel voor vastzetten.