donderdag, 12 november, 2020 Een optimale voerefficiëntie draagt niet alleen bij aan een lage kostprijs, maar leidt ook tot lagere stikstof- en fosfaatexcreties, minder ammoniakemissie en minder broeikasgassen. Dat stellen onderzoekers die betrokken zijn bij de KringloopWijzer. Broeivrije kuilenVoor een optimale voerefficiëntie is het zaak om eerst de optimale krachtvoergift per 100 kg melk te bepalen. Is een hoge melkproductie het streven, of is het juist verstandiger om een iets lager krachtvoerniveau te hanteren zodat al het ruwvoer goed benut wordt? Die maximale benutting van het ruwvoer is bovendien afhankelijk van broeivrije kuilen en een optimale penswerking. Ook voldoende voeraanbod en vreetplaatsen stimuleren de voeropname. Goed observeren van de veestapelHet regelmatig berekenen van de voerefficiëntie helpt om tijdig in te kunnen spelen op veranderingen. Veelal ligt de voerefficiëntie tussen de 1,2 tot 1,6. Als er veel ruwvoer wordt aangeboden, mag dit lager liggen. Ook het goed observeren van de conditiescore, pensvulling, herkauwactiviteit en mest kan helpen bij het in kaart brengen van de gezondheid van de koeien. Bij geconstateerde afwijkingen kan het tijdig sturen in het rantsoen de voerefficiëntie verbeteren. Het voldoen aan de hier genoemde praktische randvoorwaarden is bepalender voor de uiteindelijke melkproductie dan de hoogte van het ruw eiwit in het rantsoen. Uit praktijkonderzoek uit 2018 in Proeftuin Veenweiden bleek namelijk dat het ruweiwitgehalte niet van invloed is op het melkproductieniveau. Eiwit dat niet hoeft te worden aangevoerd, hoeft niet te worden betaald. Een lager eiwitniveau in het rantsoen leidt bovendien tot lagere verliezen. Deze informatie is afkomstig van adviseurs en/of onderzoekers van het project KringloopWijzer en maakt onderdeel uit van een serie Kringlooptips.
0 reacties
|
Voerefficiëntie is goed voor kringlooplandbouw en lage kostprijs
Een optimale voerefficiëntie draagt niet alleen bij aan een lage kostprijs, maar leidt ook tot lagere stikstof- en fosfaatexcreties, minder ammoniakemissie en minder broeikasgassen.
Dat stellen onderzoekers die betrokken zijn bij de KringloopWijzer.
Broeivrije kuilen
Voor een optimale voerefficiëntie is het zaak om eerst de optimale krachtvoergift per 100 kg melk te bepalen. Is een hoge melkproductie het streven, of is het juist verstandiger om een iets lager krachtvoerniveau te hanteren zodat al het ruwvoer goed benut wordt? Die maximale benutting van het ruwvoer is bovendien afhankelijk van broeivrije kuilen en een optimale penswerking. Ook voldoende voeraanbod en vreetplaatsen stimuleren de voeropname.
Goed observeren van de veestapel
Het regelmatig berekenen van de voerefficiëntie helpt om tijdig in te kunnen spelen op veranderingen. Veelal ligt de voerefficiëntie tussen de 1,2 tot 1,6. Als er veel ruwvoer wordt aangeboden, mag dit lager liggen. Ook het goed observeren van de conditiescore, pensvulling, herkauwactiviteit en mest kan helpen bij het in kaart brengen van de gezondheid van de koeien. Bij geconstateerde afwijkingen kan het tijdig sturen in het rantsoen de voerefficiëntie verbeteren.
Het voldoen aan de hier genoemde praktische randvoorwaarden is bepalender voor de uiteindelijke melkproductie dan de hoogte van het ruw eiwit in het rantsoen. Uit praktijkonderzoek uit 2018 in Proeftuin Veenweiden bleek namelijk dat het ruweiwitgehalte niet van invloed is op het melkproductieniveau. Eiwit dat niet hoeft te worden aangevoerd, hoeft niet te worden betaald. Een lager eiwitniveau in het rantsoen leidt bovendien tot lagere verliezen.
Deze informatie is afkomstig van adviseurs en/of onderzoekers van het project KringloopWijzer en maakt onderdeel uit van een serie Kringlooptips.
REAGEER