vrijdag, 7 december, 2018 De opbrengst van snijmais op rassenproefvelden gaat sneller vooruit dan de opbrengst in de praktijk. Op rassenproefvelden neemt de opbrengst van snijmais jaarlijks toe met 250 kg droge stof per hectare, meldt Wageningen UR. De praktijk houdt dat tempo niet bij; jaarlijks neemt de opbrengst daar toe met 195 kg droge stof per hectare. Van de jaarlijkse toename van 250 kg op rassenproefvelden komt 180 kg voor rekening van veredeling. Veranderingen in weer en management, zoals een stijgende temperatuur en een vroegere zaaidatum, leveren een bonus van 70 kg op. 21 ton droge stof per hectareHet verschil in snijmaisopbrengst tussen praktijk- en proefvelden neemt toe door de snellere vooruitgang op de proefvelden. De snijmaisopbrengsten in de praktijk liggen zo’n 4 tot 5 ton droge stof per hectare lager. Op de proefvelden van het Cultuur- en Gebruikswaarde Onderzoek (CGO) nam de gemiddelde opbrengst toe van ongeveer 16 ton droge stof per hectare begin jaren negentig tot 21 ton droge stof per hectare in afgelopen jaren. In de praktijk nam de maisopbrengst volgens cijfers van het CBS toe van 12 ton in de jaren negentig tot 16 ton per hectare in recente jaren. Betere grondsoortenWat de verschillen veroorzaakt, kan WUR niet exact aangeven. Mogelijk speelt een rol dat de rassenkeuze in de praktijk niet alleen gebaseerd is op opbrengst. Ook liggen de proefvelden doorgaans op betere grondsoorten en zit er minimaal drie jaar tussen het eerste proefjaar en het moment dat nieuwe rassen beschikbaar zijn.
0 reacties
|
Verschil in maisopbrengst tussen praktijk- en proefvelden neemt toe
![]() |
De opbrengst van snijmais op rassenproefvelden gaat sneller vooruit dan de opbrengst in de praktijk.
Op rassenproefvelden neemt de opbrengst van snijmais jaarlijks toe met 250 kg droge stof per hectare, meldt Wageningen UR. De praktijk houdt dat tempo niet bij; jaarlijks neemt de opbrengst daar toe met 195 kg droge stof per hectare.
Van de jaarlijkse toename van 250 kg op rassenproefvelden komt 180 kg voor rekening van veredeling. Veranderingen in weer en management, zoals een stijgende temperatuur en een vroegere zaaidatum, leveren een bonus van 70 kg op.
21 ton droge stof per hectare
Het verschil in snijmaisopbrengst tussen praktijk- en proefvelden neemt toe door de snellere vooruitgang op de proefvelden. De snijmaisopbrengsten in de praktijk liggen zo’n 4 tot 5 ton droge stof per hectare lager.
Op de proefvelden van het Cultuur- en Gebruikswaarde Onderzoek (CGO) nam de gemiddelde opbrengst toe van ongeveer 16 ton droge stof per hectare begin jaren negentig tot 21 ton droge stof per hectare in afgelopen jaren. In de praktijk nam de maisopbrengst volgens cijfers van het CBS toe van 12 ton in de jaren negentig tot 16 ton per hectare in recente jaren.
Betere grondsoorten
Wat de verschillen veroorzaakt, kan WUR niet exact aangeven. Mogelijk speelt een rol dat de rassenkeuze in de praktijk niet alleen gebaseerd is op opbrengst. Ook liggen de proefvelden doorgaans op betere grondsoorten en zit er minimaal drie jaar tussen het eerste proefjaar en het moment dat nieuwe rassen beschikbaar zijn.
REAGEER