dinsdag, 17 maart, 2020 Succesvol doorzaaien van grasland is niet vanzelfsprekend: alle omstandigheden moeten kloppen. Het is de kunst om de factor toeval zo veel mogelijk te minimaliseren, zo blijkt uit twee recente onderzoeken naar doorzaaien. Zo bleek uit een meerjarige veldproef van grasland op de kleigronden van de DairyCampus in Leeuwarden dat pas na een vierde keer doorzaaien er aanzienlijke kiemplanten konden worden geteld. Zowel te droge als te natte omstandigheden zorgden in eerste instantie voor tegenvallende resultaten. Doorzaaien in septemberDe beste resultaten zijn volgens de onderzoekers te bereiken in september. ‘Dan is de bodem nog goed op temperatuur, de kans op neerslag neemt toe en door een afnemende grasgroei is er minder concurrentie van de bestaande graszode met de kiemplantjes’, zo is de ervaring van WUR-onderzoeker Herman de Boer. Onderhouden in plaats van reparerenUit een net afgerond vierjarig onderzoek op proefboerderij De Marke kwam naar voren dat de beste resultaten worden bereikt bij het frequenter doorzaaien in kleinere hoeveelheden. ‘Boeren die hun percelen jaarlijks onderhouden door naast wiedeggen ook gras bij te zaaien, houden juist daarmee het percentage Engels raaigras op peil’, aldus onderzoeker Henk Schilder, die de proef in opdracht van graszaadveredelaar DLF uitvoerde. ‘Met deze werkwijze verschuift het van repareren naar onderhouden van grasland.’
0 reacties
|
Succesvol gras doorzaaien is toeval uitsluiten
Succesvol doorzaaien van grasland is niet vanzelfsprekend: alle omstandigheden moeten kloppen. Het is de kunst om de factor toeval zo veel mogelijk te minimaliseren, zo blijkt uit twee recente onderzoeken naar doorzaaien.
Zo bleek uit een meerjarige veldproef van grasland op de kleigronden van de DairyCampus in Leeuwarden dat pas na een vierde keer doorzaaien er aanzienlijke kiemplanten konden worden geteld. Zowel te droge als te natte omstandigheden zorgden in eerste instantie voor tegenvallende resultaten.
Doorzaaien in september
De beste resultaten zijn volgens de onderzoekers te bereiken in september. ‘Dan is de bodem nog goed op temperatuur, de kans op neerslag neemt toe en door een afnemende grasgroei is er minder concurrentie van de bestaande graszode met de kiemplantjes’, zo is de ervaring van WUR-onderzoeker Herman de Boer.
Onderhouden in plaats van repareren
Uit een net afgerond vierjarig onderzoek op proefboerderij De Marke kwam naar voren dat de beste resultaten worden bereikt bij het frequenter doorzaaien in kleinere hoeveelheden.
‘Boeren die hun percelen jaarlijks onderhouden door naast wiedeggen ook gras bij te zaaien, houden juist daarmee het percentage Engels raaigras op peil’, aldus onderzoeker Henk Schilder, die de proef in opdracht van graszaadveredelaar DLF uitvoerde. ‘Met deze werkwijze verschuift het van repareren naar onderhouden van grasland.’
REAGEER