woensdag, 27 februari, 2019 De meeste sorghumrassen brachten in 2018 minder op dan mais. Ook de vem-waarde van sorghum bleef achter. Wel bevatte het nieuwe gewas zo’n 30 procent meer eiwit. Dit blijkt uit onderzoek van Wageningen Livestock Research op proefvelden op zand- en lössgronden. Op een proefveld op zandgrond in Woudenberg zijn vijf sorghumrassen onder gelijke teeltomstandigheden vergeleken met één snijmaisras. Beide gewassen hadden last van de droogte en de opbrengsten vielen dan ook tegen. De mais bracht gemiddeld 11,5 ton droge stof op, terwijl die voor de verschillende sorghumrassen varieerde van 9 tot 13,9 ton droge stof. Met name door een betere verteerbaarheid van de organische stof lag ook de vem-waarde van mais aanzienlijk hoger (1030 vem tegenover 787 tot 951 vem). Wel bevatte de sorghum gemiddeld 30 procent meer ruw eiwit dan mais. Meer stikstof, niet meer sorghumOp proefbedrijf Wijnandsrade zijn op lössgrond vijf sorghumrassen en één maisras vergeleken bij twee stikstofniveaus. Ook hier bracht de mais gemiddeld meer op, met name bij de hogere stikstofbemesting. Veertig kilo stikstof per hectare leverde ruim 3,5 ton droge stof meer mais op, terwijl dit nauwelijks effect had op de opbrengst van sorghum. De verschillen in voederwaarde tussen beide gewassen waren vergelijkbaar met die in de proef op zandgrond. Minder reststikstofDe onderzoekers stelden ook vast dat na de oogst van sorghum in de meeste gevallen minder stikstof in de bodem achterbleef dan na de oogst van mais. Dit verkleint het risico op uitspoelen in de winter. Opvallend is dat in de proef met een hoog stikstofniveau op lössgrond na de teelt van sorghum juist meer stikstof achterbleef.
0 reacties
|
Sorghum kan nog niet concurreren met mais
De meeste sorghumrassen brachten in 2018 minder op dan mais. Ook de vem-waarde van sorghum bleef achter. Wel bevatte het nieuwe gewas zo’n 30 procent meer eiwit. Dit blijkt uit onderzoek van Wageningen Livestock Research op proefvelden op zand- en lössgronden.
Op een proefveld op zandgrond in Woudenberg zijn vijf sorghumrassen onder gelijke teeltomstandigheden vergeleken met één snijmaisras. Beide gewassen hadden last van de droogte en de opbrengsten vielen dan ook tegen. De mais bracht gemiddeld 11,5 ton droge stof op, terwijl die voor de verschillende sorghumrassen varieerde van 9 tot 13,9 ton droge stof. Met name door een betere verteerbaarheid van de organische stof lag ook de vem-waarde van mais aanzienlijk hoger (1030 vem tegenover 787 tot 951 vem). Wel bevatte de sorghum gemiddeld 30 procent meer ruw eiwit dan mais.
Meer stikstof, niet meer sorghum
Op proefbedrijf Wijnandsrade zijn op lössgrond vijf sorghumrassen en één maisras vergeleken bij twee stikstofniveaus. Ook hier bracht de mais gemiddeld meer op, met name bij de hogere stikstofbemesting. Veertig kilo stikstof per hectare leverde ruim 3,5 ton droge stof meer mais op, terwijl dit nauwelijks effect had op de opbrengst van sorghum. De verschillen in voederwaarde tussen beide gewassen waren vergelijkbaar met die in de proef op zandgrond.
Minder reststikstof
De onderzoekers stelden ook vast dat na de oogst van sorghum in de meeste gevallen minder stikstof in de bodem achterbleef dan na de oogst van mais. Dit verkleint het risico op uitspoelen in de winter. Opvallend is dat in de proef met een hoog stikstofniveau op lössgrond na de teelt van sorghum juist meer stikstof achterbleef.
REAGEER