woensdag, 27 oktober, 2021 Melkveehouders op veengrond haalden in de jaren 2016 tot en met 2018 gemiddeld 63 procent van het gevoerde eiwit van eigen land. Voor bedrijven op zandgrond was dit gemiddeld 53 procent en voor bedrijven op kleigrond 58 procent. Alleen zelf geteeld eiwitDit komt naar voren uit cijfers die door onderzoekers van Wageningen Economic Research zijn verzameld en geanalyseerd in het kader van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM). Binnen het project werd het percentage eiwit van eigen land berekend door de vervoederde hoeveelheid eigen geteeld eiwit te delen door de totale hoeveelheid eiwit in het rantsoen. In de berekening is alleen zelf geteeld eiwit meegenomen. Eiwit dat is aangekocht via buurtcontracten is buiten beschouwing gelaten. Hoogste eiwitopbrengst op veenMelkveehouders in de zandregio’s haalden in de jaren 2016-2018 gemiddeld 1398 kg eiwit per hectare voedergewas van eigen land. Dat is lager dan in de kleiregio waar 1495 kilo eiwit per hectare werd geoogst. In de veenregio was de eiwitopbrengst van eigen land het hoogste met 1579 eiwit per hectare. De onderzoekers verklaren de variatie uit de verschillen in aandeel gras en mais in het bouwplan. In de zandgebieden wordt relatief veel mais geteeld, in de veengebieden veel gras. Hoogste eiwitbehoefte op zandDe totale hoeveelheid eiwit in het rantsoen is op de bedrijven op zandgrond juist het hoogst met in totaal 2651 kg per hectare voedergewassen. In de kleiregio was dit 2574 kg en in de veenregio 2490 kg. De verklaring hiervoor is volgens de onderzoekers de intensiteit van de bedrijfsvoering. Op de bedrijven op zandgrond worden gemiddeld meer koeien per hectare gehouden en ook de melkproductie per koe is hoger. Dit resulteert in een hogere melkproductie per hectare en een hogere eiwitbehoefte. Op veengrond is de bedrijfsvoering relatief extensief met minder melkkoeien en een lagere melkproductie per hectare. Verschil 10 procentDoordat op veengrond de eiwitproductie van eigen land hoger is en de eiwitbehoefte lager, snijdt het mes aan twee kanten bij de berekening van het percentage eiwit van eigen land. Deze is met 63 procent dan ook een stuk hoger dan die op zandgrond die op 53 procent uitkomt. Het percentage eiwit van eigen land op kleibedrijven zit hier met 58 procent exact tussenin.
1 reactie
|
Melkveehouders op veen halen meeste eiwit van eigen land
![]() |
Melkveehouders op veengrond haalden in de jaren 2016 tot en met 2018 gemiddeld 63 procent van het gevoerde eiwit van eigen land.
Voor bedrijven op zandgrond was dit gemiddeld 53 procent en voor bedrijven op kleigrond 58 procent.
Alleen zelf geteeld eiwit
Dit komt naar voren uit cijfers die door onderzoekers van Wageningen Economic Research zijn verzameld en geanalyseerd in het kader van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM). Binnen het project werd het percentage eiwit van eigen land berekend door de vervoederde hoeveelheid eigen geteeld eiwit te delen door de totale hoeveelheid eiwit in het rantsoen. In de berekening is alleen zelf geteeld eiwit meegenomen. Eiwit dat is aangekocht via buurtcontracten is buiten beschouwing gelaten.
Hoogste eiwitopbrengst op veen
Melkveehouders in de zandregio’s haalden in de jaren 2016-2018 gemiddeld 1398 kg eiwit per hectare voedergewas van eigen land. Dat is lager dan in de kleiregio waar 1495 kilo eiwit per hectare werd geoogst. In de veenregio was de eiwitopbrengst van eigen land het hoogste met 1579 eiwit per hectare. De onderzoekers verklaren de variatie uit de verschillen in aandeel gras en mais in het bouwplan. In de zandgebieden wordt relatief veel mais geteeld, in de veengebieden veel gras.
Hoogste eiwitbehoefte op zand
De totale hoeveelheid eiwit in het rantsoen is op de bedrijven op zandgrond juist het hoogst met in totaal 2651 kg per hectare voedergewassen. In de kleiregio was dit 2574 kg en in de veenregio 2490 kg. De verklaring hiervoor is volgens de onderzoekers de intensiteit van de bedrijfsvoering. Op de bedrijven op zandgrond worden gemiddeld meer koeien per hectare gehouden en ook de melkproductie per koe is hoger. Dit resulteert in een hogere melkproductie per hectare en een hogere eiwitbehoefte. Op veengrond is de bedrijfsvoering relatief extensief met minder melkkoeien en een lagere melkproductie per hectare.
Verschil 10 procent
Doordat op veengrond de eiwitproductie van eigen land hoger is en de eiwitbehoefte lager, snijdt het mes aan twee kanten bij de berekening van het percentage eiwit van eigen land. Deze is met 63 procent dan ook een stuk hoger dan die op zandgrond die op 53 procent uitkomt. Het percentage eiwit van eigen land op kleibedrijven zit hier met 58 procent exact tussenin.
Reacties
Zo, weer enkele 10.000 euro's
REAGEER