dinsdag, 26 april, 2016 In de provincie Zuid-Holland kiezen veehouders het vaakst voor grasbalen als inkuilmethode. Dat blijkt uit gegevens van Eurofins Agro. Maar liefst 40 procent van de aan het laboratorium aangeboden grasmonsters uit die provincie is van kuilgras in balen. Na Zuid-Holland volgen Friesland en Noord-Holland met elk 39 procent ingestuurde monsters van grasbalen. De provincies waar relatief het minste gras in balen wordt geoogst zijn Noord-Brabant en Drenthe. Respectievelijk 17 en 21 procent van de kuilgrasmonsters was in deze provincies vorig jaar afkomstig van gras ingekuild in balen. Absolute hoeveelheden andersLandelijk gezien is 28 procent van de voederwaardeonderzoeken van gras die Eurofins doet, genomen uit balen. Dat betekent dat met 72 procent de onderzoeken van rijkuilen nog altijd ver in de meerderheid zijn. Overigens zeggen deze percentages niets over de absolute hoeveelheden gras die geperst zijn. Het is aannemelijk dat er in verhouding een grotere hoeveelheid kuilgras achter een monster van een rijkuil schuilgaat dan achter een monster van een partij grasbalen. Ook seizoenseffecten spelen een rol, het percentage grasbalen stijgt in het najaar als de snedes in verhouding minder zwaar zijn. Tabel 1 – Verhouding van aangeboden grasanalyses naar inkuilmethode en provincie (bron: Eurofins Agro)
0 reacties
|
Meeste grasbalen geperst in Zuid-Holland en Friesland
In de provincie Zuid-Holland kiezen veehouders het vaakst voor grasbalen als inkuilmethode. Dat blijkt uit gegevens van Eurofins Agro. Maar liefst 40 procent van de aan het laboratorium aangeboden grasmonsters uit die provincie is van kuilgras in balen.
Na Zuid-Holland volgen Friesland en Noord-Holland met elk 39 procent ingestuurde monsters van grasbalen. De provincies waar relatief het minste gras in balen wordt geoogst zijn Noord-Brabant en Drenthe. Respectievelijk 17 en 21 procent van de kuilgrasmonsters was in deze provincies vorig jaar afkomstig van gras ingekuild in balen.
Absolute hoeveelheden anders
Landelijk gezien is 28 procent van de voederwaardeonderzoeken van gras die Eurofins doet, genomen uit balen. Dat betekent dat met 72 procent de onderzoeken van rijkuilen nog altijd ver in de meerderheid zijn.
Overigens zeggen deze percentages niets over de absolute hoeveelheden gras die geperst zijn. Het is aannemelijk dat er in verhouding een grotere hoeveelheid kuilgras achter een monster van een rijkuil schuilgaat dan achter een monster van een partij grasbalen. Ook seizoenseffecten spelen een rol, het percentage grasbalen stijgt in het najaar als de snedes in verhouding minder zwaar zijn.
Tabel 1 – Verhouding van aangeboden grasanalyses naar inkuilmethode en provincie (bron: Eurofins Agro)
rijkuil (%) |
grasbalen (%) |
|
Groningen | 67 | 33 |
Friesland | 61 | 39 |
Drenthe | 79 | 21 |
Overijssel | 80 | 20 |
Gelderland | 75 | 25 |
Zuid-Holland | 60 | 40 |
Limburg | 75 | 25 |
Noord-Holland | 61 | 39 |
Utrecht | 66 | 34 |
Noord-Brabant | 83 | 17 |
Zeeland | 78 | 22 |
Flevoland | 78 | 22 |
REAGEER