donderdag, 9 april, 2020 Er bestaan grote verschillen in methaanuitstoot tussen individuele koeien en deze kunnen voor ongeveer een derde deel worden verklaard door verschillen in lactatiestadium en lactatienummer. Dit blijkt uit metingen van onderzoekers van Wageningen Livestock Research op de Koeien en Kansenbedrijven, KTC De Marke en VIC Zegveld. Gemiddeld 415 gram per dagDe metingen werden uitgevoerd met een zogenaamde Greenfeed. Dit is een krachtvoerstation dat is uitgerust met apparatuur waarmee de hoeveelheid methaan kan worden gemeten in de lucht die koeien uitademen via de bek en de neus. Gemiddeld was de emissie 415 gram methaan per dag en 13,8 gram per kilo meetmelk. Individuele variatie grootEr bleek echter veel variatie in uitstoot te bestaan tussen koeien. Hierbij waren de verschillen tussen individuele koeien binnen een koppel groter dan de verschillen tussen koppels op verschillende bedrijven. Volgens de onderzoekers is ongeveer de helft van de variatie in methaanuitstoot te verklaren door verschillen in koe-eigenschappen zoals lactatienummer, lactatiestadium, melksamenstelling en lactatiewaarde en bedrijfseigenschappen zoals grondsoort, seizoen en wel of niet beweiden. Rantsoeneffect in onderzoekVeruit de belangrijkste verklarende factoren waren lactatienummer en lactatiestadium. Deze bleken voor zo’n 32 procent de verschillen tussen koeien te bepalen. Nieuwmelkte koeien produceren per kilo meetmelk minder methaan dan oudmelkte koeien. En vaarzen stoten per kilo meetmelk meer uit dan oudere koeien. Ook is de methaanuitstoot van droge koeien een stuk lager dan die van melkgevende dieren. Op dit moment werken de onderzoekers aan een analyse van het effect van rantsoenen op de methaanuitstoot. Ook bekijken ze of verschillen in de vetzuursamenstelling van de melk inzicht kunnen geven in de methaanproductie.
1 reactie
|
Lactatiestadium van grote invloed op methaanuitstoot
![]() |
Er bestaan grote verschillen in methaanuitstoot tussen individuele koeien en deze kunnen voor ongeveer een derde deel worden verklaard door verschillen in lactatiestadium en lactatienummer.
Dit blijkt uit metingen van onderzoekers van Wageningen Livestock Research op de Koeien en Kansenbedrijven, KTC De Marke en VIC Zegveld.
Gemiddeld 415 gram per dag
De metingen werden uitgevoerd met een zogenaamde Greenfeed. Dit is een krachtvoerstation dat is uitgerust met apparatuur waarmee de hoeveelheid methaan kan worden gemeten in de lucht die koeien uitademen via de bek en de neus. Gemiddeld was de emissie 415 gram methaan per dag en 13,8 gram per kilo meetmelk.
Individuele variatie groot
Er bleek echter veel variatie in uitstoot te bestaan tussen koeien. Hierbij waren de verschillen tussen individuele koeien binnen een koppel groter dan de verschillen tussen koppels op verschillende bedrijven. Volgens de onderzoekers is ongeveer de helft van de variatie in methaanuitstoot te verklaren door verschillen in koe-eigenschappen zoals lactatienummer, lactatiestadium, melksamenstelling en lactatiewaarde en bedrijfseigenschappen zoals grondsoort, seizoen en wel of niet beweiden.
Rantsoeneffect in onderzoek
Veruit de belangrijkste verklarende factoren waren lactatienummer en lactatiestadium. Deze bleken voor zo’n 32 procent de verschillen tussen koeien te bepalen. Nieuwmelkte koeien produceren per kilo meetmelk minder methaan dan oudmelkte koeien. En vaarzen stoten per kilo meetmelk meer uit dan oudere koeien. Ook is de methaanuitstoot van droge koeien een stuk lager dan die van melkgevende dieren. Op dit moment werken de onderzoekers aan een analyse van het effect van rantsoenen op de methaanuitstoot. Ook bekijken ze of verschillen in de vetzuursamenstelling van de melk inzicht kunnen geven in de methaanproductie.
Reacties
Als aanvulling, dat droge
REAGEER