vrijdag, 26 oktober, 2018 Selecteren op voederconversie is gunstig voor de benutting van zowel krachtvoer als ruwvoer. Dit blijkt uit onderzoek op het praktijkbedrijf van de familie Alders in Overloon. Hier verzamelt CRV sinds een jaar data over de voeropname en melkproductie van individuele koeien. Met deze resultaten wordt volgens foktechnisch specialist Pieter van Goor het idee ontzenuwd dat fokken op voederconversie zou resulteren in ‘krachtvoerkoeien’. Krachtvoer naar productieDe 25 procent hoogste koeien op het bedrijf van de familie Albers realiseerden een voederconversie van 1,81 kilo meetmelk per kilo droge stof voer. De dieren kregen, naast een gemengd rantsoen, individueel aanvullend krachtvoer naar productie verstrekt. Voor een gemiddelde productie van 42,7 kilo meetmelk vraten de meest efficiënte koeien gemiddeld 5,2 kilo droge stof uit krachtvoer en 18 kilo droge stof uit ruwvoer. Verschil in voersaldo 2,50 euroUitgaande van de aanname dat een koe uit een kilo krachtvoer twee kilo melk maakt, halen de meest efficiënte koeien een productie van 32,3 kilo meetmelk uit ruwvoer. De 25 procent procent minst efficiënte koeien hadden 21,8 kilo droge stof ruwvoer en 2 kilo droge stof krachtvoer nodig voor een productie van 31,7 kilo meetmelk. Dit komt neer op 27,6 kilo meetmelk uit ruwvoer. De verschillen in voederconversie tussen de 25 procent hoogste en laagste koeien resulteren in verschillen in voersaldo van 2,50 euro per koe per dag. In een achtergrondartikel in het tweede oktobernummer besteedt Veeteelt uitgebreid aandacht aan de kansen voor de fokkerij op voederconversie.
0 reacties
|
Koeien met hoge voerefficiëntie benutten kracht- én ruwvoer goed
![]() |
Selecteren op voederconversie is gunstig voor de benutting van zowel krachtvoer als ruwvoer. Dit blijkt uit onderzoek op het praktijkbedrijf van de familie Alders in Overloon. Hier verzamelt CRV sinds een jaar data over de voeropname en melkproductie van individuele koeien.
Met deze resultaten wordt volgens foktechnisch specialist Pieter van Goor het idee ontzenuwd dat fokken op voederconversie zou resulteren in ‘krachtvoerkoeien’.
Krachtvoer naar productie
De 25 procent hoogste koeien op het bedrijf van de familie Albers realiseerden een voederconversie van 1,81 kilo meetmelk per kilo droge stof voer.
De dieren kregen, naast een gemengd rantsoen, individueel aanvullend krachtvoer naar productie verstrekt. Voor een gemiddelde productie van 42,7 kilo meetmelk vraten de meest efficiënte koeien gemiddeld 5,2 kilo droge stof uit krachtvoer en 18 kilo droge stof uit ruwvoer.
Verschil in voersaldo 2,50 euro
Uitgaande van de aanname dat een koe uit een kilo krachtvoer twee kilo melk maakt, halen de meest efficiënte koeien een productie van 32,3 kilo meetmelk uit ruwvoer. De 25 procent procent minst efficiënte koeien hadden 21,8 kilo droge stof ruwvoer en 2 kilo droge stof krachtvoer nodig voor een productie van 31,7 kilo meetmelk. Dit komt neer op 27,6 kilo meetmelk uit ruwvoer.
De verschillen in voederconversie tussen de 25 procent hoogste en laagste koeien resulteren in verschillen in voersaldo van 2,50 euro per koe per dag.
In een achtergrondartikel in het tweede oktobernummer besteedt Veeteelt uitgebreid aandacht aan de kansen voor de fokkerij op voederconversie.
REAGEER