dinsdag, 17 juli, 2018 Als het aan de Nederlandse grasveredelaars en onderzoekers ligt, komt er in de toekomst meer informatie over de graskwaliteit op de Aanbevelende Rassenlijst. ‘Er zijn verschillen tussen grasrassen in suiker, verteerbaarheid en eiwitgehalte’, zo vertelt Jan Rinze van der Schoot, onderzoeker voedergewassen aan de Wageningen Universiteit. Focus nu op opbrengst en groeiOp de rassenlijst prijken nu vooral raseigenschappen die te maken hebben met opbrengst en groei. ‘Het lastige met graskwaliteit is het betrouwbaar en eerlijk verzamelen van informatie’, aldus Van der Schoot. ‘Rassen verschillen in doorschietdatum en groeiritme en daarom is het niet eerlijk om op één bepaalde datum van alle grasrassen een monster te nemen. Je moet eigenlijk elk ras maaien in hetzelfde groeistadium’. Ook per dag kunnen kwaliteitsverschillen ontstaan. ‘Wanneer je een grasras ’s morgens maait en vanwege de capaciteit een ander grasras pas ‘s middags, dan heeft dat gevolgen voor het suikergehalte. Goed en betrouwbaar onderzoek is daarom erg duur.’ High Sugar Grass in NederlandDat er verschillen bestaan in suikergehalte en daarmee smakelijkheid van gras, onderzochten ze al in Groot-Brittannië aan de universiteit van Aberystwyth. Zij ontwikkelden grasrassen die ze Aber High Sugar Grass noemden. Eigen onderzoeken toonden aan dat de melkproductie van koeien die met dit gras werden gevoerd, 6 procent steeg en de drogestofopname met 2 kilo. Op de Nederlandse rassenlijst staat sinds dit jaar ook een grasras van dit type met de naam Abergain. Bert-Jan van Dinter, directeur van Van Dinter Semo die het grasras verkoopt, geeft aan dat er sinds eind 2017 80 ton graszaad, goed voor 2000 hectare, verkocht is. ‘Via gewasonderzoek van de eerste drie snedes willen we nu aantonen dat ook onder Nederlandse omstandigheden het suikergehalte 15 tot 20 procent hoger is dan gemiddeld. En dat dit niet ten koste gaat van het eiwitgehalte.’
0 reacties
|
Graskwaliteit in de toekomst op de rassenlijst
Als het aan de Nederlandse grasveredelaars en onderzoekers ligt, komt er in de toekomst meer informatie over de graskwaliteit op de Aanbevelende Rassenlijst.
‘Er zijn verschillen tussen grasrassen in suiker, verteerbaarheid en eiwitgehalte’, zo vertelt Jan Rinze van der Schoot, onderzoeker voedergewassen aan de Wageningen Universiteit.
Focus nu op opbrengst en groei
Op de rassenlijst prijken nu vooral raseigenschappen die te maken hebben met opbrengst en groei. ‘Het lastige met graskwaliteit is het betrouwbaar en eerlijk verzamelen van informatie’, aldus Van der Schoot. ‘Rassen verschillen in doorschietdatum en groeiritme en daarom is het niet eerlijk om op één bepaalde datum van alle grasrassen een monster te nemen. Je moet eigenlijk elk ras maaien in hetzelfde groeistadium’.
Ook per dag kunnen kwaliteitsverschillen ontstaan. ‘Wanneer je een grasras ’s morgens maait en vanwege de capaciteit een ander grasras pas ‘s middags, dan heeft dat gevolgen voor het suikergehalte. Goed en betrouwbaar onderzoek is daarom erg duur.’
High Sugar Grass in Nederland
Dat er verschillen bestaan in suikergehalte en daarmee smakelijkheid van gras, onderzochten ze al in Groot-Brittannië aan de universiteit van Aberystwyth. Zij ontwikkelden grasrassen die ze Aber High Sugar Grass noemden. Eigen onderzoeken toonden aan dat de melkproductie van koeien die met dit gras werden gevoerd, 6 procent steeg en de drogestofopname met 2 kilo.
Op de Nederlandse rassenlijst staat sinds dit jaar ook een grasras van dit type met de naam Abergain. Bert-Jan van Dinter, directeur van Van Dinter Semo die het grasras verkoopt, geeft aan dat er sinds eind 2017 80 ton graszaad, goed voor 2000 hectare, verkocht is. ‘Via gewasonderzoek van de eerste drie snedes willen we nu aantonen dat ook onder Nederlandse omstandigheden het suikergehalte 15 tot 20 procent hoger is dan gemiddeld. En dat dit niet ten koste gaat van het eiwitgehalte.’
REAGEER