woensdag, 24 oktober, 2018 Om extreme conserveringsverliezen te voorkomen kan ook mais met weinig kolfontwikkeling het best worden ingekuild bij meer dan dertig procent droge stof. Dit concludeert Eurofins Agro op basis van een vergelijking tussen de voederwaarden van verse en ingekuilde mais met minder dan 250 gram zetmeel. Mais die vervroegd is geoogst vanwege droogteschade vertoont opmerkelijke verschillen in voederwaarde tussen verse en ingekuilde mais, blijkt uit het onderzoek van Eurofins Agro. Het onderzoekslaboratorium vergeleek van 300 partijen het verschil in voederwaarde voor en na inkuilen. Het betrof hier monsters van percelen die door droogteschade minder dan 250 gram zetmeel per kilo droge stof bevatten. Veel sap, veel suikersHet verse product bevatte meer vem naarmate het drogestofpercentage bij de oogst lager was. Dit wordt veroorzaakt door het hoge aandeel plantsap met veel suikers. Hoe meer sap, hoe hoger de energiewaarde. Het plantsap zorgde er ook voor dat het drogestofpercentage van mais zonder kolven waak lager was dan verwacht. Energieverlies door conserveringIn de ingekuilde mais met weinig zetmeel vond Eurofins een tegengestelde ontwikkeling. Hier was de vem-inhoud juist hoger bij een hoger percentage droge stof. De verklaring hiervoor is dat de suikers in de verse mais tijdens het conserveringsproces zijn omgezet waarbij veel energie verloren is gegaan. Hoe natter de kuil, des te groter de energieverliezen. Droger inkuilen minder verliezenHet advies om mais te oogsten bij een drogestofpercentage van boven de 30 procent geldt volgens Eurofins dan ook voor mais met weinig of geen kolven. Door droger in te kuilen worden extreme energieverliezen voorkomen. Overigens kan kolfloze mais die vers wordt gevoerd wel het best snel worden geoogst. Conserveringsverliezen zijn hierbij immers niet aan de orde.
0 reacties
|
Eurofins: ook mais met weinig kolven niet te nat inkuilen
Om extreme conserveringsverliezen te voorkomen kan ook mais met weinig kolfontwikkeling het best worden ingekuild bij meer dan dertig procent droge stof. Dit concludeert Eurofins Agro op basis van een vergelijking tussen de voederwaarden van verse en ingekuilde mais met minder dan 250 gram zetmeel.
Mais die vervroegd is geoogst vanwege droogteschade vertoont opmerkelijke verschillen in voederwaarde tussen verse en ingekuilde mais, blijkt uit het onderzoek van Eurofins Agro. Het onderzoekslaboratorium vergeleek van 300 partijen het verschil in voederwaarde voor en na inkuilen. Het betrof hier monsters van percelen die door droogteschade minder dan 250 gram zetmeel per kilo droge stof bevatten.
Veel sap, veel suikers
Het verse product bevatte meer vem naarmate het drogestofpercentage bij de oogst lager was. Dit wordt veroorzaakt door het hoge aandeel plantsap met veel suikers. Hoe meer sap, hoe hoger de energiewaarde. Het plantsap zorgde er ook voor dat het drogestofpercentage van mais zonder kolven waak lager was dan verwacht.
Energieverlies door conservering
In de ingekuilde mais met weinig zetmeel vond Eurofins een tegengestelde ontwikkeling. Hier was de vem-inhoud juist hoger bij een hoger percentage droge stof. De verklaring hiervoor is dat de suikers in de verse mais tijdens het conserveringsproces zijn omgezet waarbij veel energie verloren is gegaan. Hoe natter de kuil, des te groter de energieverliezen.
Droger inkuilen minder verliezen
Het advies om mais te oogsten bij een drogestofpercentage van boven de 30 procent geldt volgens Eurofins dan ook voor mais met weinig of geen kolven. Door droger in te kuilen worden extreme energieverliezen voorkomen. Overigens kan kolfloze mais die vers wordt gevoerd wel het best snel worden geoogst. Conserveringsverliezen zijn hierbij immers niet aan de orde.
REAGEER