maandag, 15 maart, 2021 Na één groeiseizoen is er geen verschil in de botanische samenstelling van de grasmat tussen percelen die in het voorjaar (begin april) of in het najaar (begin september) zijn doorgezaaid met kruidenmengsels. Dat is de conclusie van Aeres Hogeschool Dronten, die samen met grasveredelaar Barenbrug en mechanisatiebedrijf Landkracht een doorzaaiproef op kleigrond uitvoerde bij Aeres Farms in Dronten. Opkomst in najaar hoger‘De directe opkomst was in het najaar wel significant hoger, maar na een grasseizoen zagen we die verschillen niet meer’, zo duidt Leanne Bastiaansen, onderzoeker en docent grasland en beweiding bij Aeres Hogeschool. ‘Een belangrijke voorwaarde is dat in het voorjaar de bodemtemperatuur bij het doorzaaien hoger moet zijn dan 12 graden en dat er voldoende vocht beschikbaar moet zijn, zodat de kruiden meteen gaan kiemen. Dan kunnen ze tijdig de concurrentie aan met het bestaande gras.’ Ook doorzaaitechnieken onderzochtNaast het verschil in zaaimoment werden ook drie doorzaaitechnieken onderzocht. ‘Zaaidiepte en de losheid van de bodem zijn voor sommige kruiden noodzakelijk voor een goede opkomst’, aldus Bastiaansen. Doorzaaien van witte en rode klaver lukte bij zowel een schijvenmachine als via frezen in stroken of ondiep frezen over het algemeen goed. Daarentegen kwamen de cichorei en weegbree vooral op wanneer de grond dieper dan normaal (10 centimeter) was losgefreesd. ‘Dat heeft waarschijnlijk te maken met de penwortel die deze kruiden hebben, waarvoor een losse bodem wenselijk is.’ Na één groeiseizoen lag de bedekkingsgraad van de kruiden in proefpercelen tussen de 25 en 30 procent.
0 reacties
|
Doorzaaien van kruiden in voor- en najaar even succesvol
![]() |
Na één groeiseizoen is er geen verschil in de botanische samenstelling van de grasmat tussen percelen die in het voorjaar (begin april) of in het najaar (begin september) zijn doorgezaaid met kruidenmengsels.
Dat is de conclusie van Aeres Hogeschool Dronten, die samen met grasveredelaar Barenbrug en mechanisatiebedrijf Landkracht een doorzaaiproef op kleigrond uitvoerde bij Aeres Farms in Dronten.
Opkomst in najaar hoger
‘De directe opkomst was in het najaar wel significant hoger, maar na een grasseizoen zagen we die verschillen niet meer’, zo duidt Leanne Bastiaansen, onderzoeker en docent grasland en beweiding bij Aeres Hogeschool. ‘Een belangrijke voorwaarde is dat in het voorjaar de bodemtemperatuur bij het doorzaaien hoger moet zijn dan 12 graden en dat er voldoende vocht beschikbaar moet zijn, zodat de kruiden meteen gaan kiemen. Dan kunnen ze tijdig de concurrentie aan met het bestaande gras.’
Ook doorzaaitechnieken onderzocht
Naast het verschil in zaaimoment werden ook drie doorzaaitechnieken onderzocht. ‘Zaaidiepte en de losheid van de bodem zijn voor sommige kruiden noodzakelijk voor een goede opkomst’, aldus Bastiaansen.
Doorzaaien van witte en rode klaver lukte bij zowel een schijvenmachine als via frezen in stroken of ondiep frezen over het algemeen goed. Daarentegen kwamen de cichorei en weegbree vooral op wanneer de grond dieper dan normaal (10 centimeter) was losgefreesd. ‘Dat heeft waarschijnlijk te maken met de penwortel die deze kruiden hebben, waarvoor een losse bodem wenselijk is.’
Na één groeiseizoen lag de bedekkingsgraad van de kruiden in proefpercelen tussen de 25 en 30 procent.
REAGEER