
De regionale verschillen in de waarden van het ruw eiwit van het verse gras zijn beperkt, terwijl de verschillen in vem tussen regio’s juist steeds groter worden.
Het is een van de conclusies die Leo Tjoonk, teamleider ruwvoer bij Agrifirm, trekt aan de hand van versgrasgegevens van deze week. ‘Het eiwitgehalte is over de regio’s constant en gemiddeld 20 gram per kg droge stof gestegen ten opzichte van vorige week. Het suikergehalte is juist wat gedaald als gevolg van de hogere temperaturen’, aldus Tjoonk.
Beweiden voor uitstoeling
Dat de verschillen in vem groter worden, is volgens Tjoonk het gevolg van de verschillende stadia van het gras waarin geweid wordt. ‘Sommige veehouders zijn nog altijd aan het weiden op het oude weideplatform, daar waar anderen weiden op etgroen. Als je genoeg oppervlakte geeft op het oude platform, dan grazen de koeien nog het jonge, groeiende gras tussen de bossen vandaan. Maar het is nu wel het moment om te gaan wisselen van platform en koeien etgroen aan te bieden.’
Die wisseling is niet alleen goed voor de opname en daarmee melkproductie, maar ook goed voor de grasmat, stelt Tjoonk. ‘Als je een zware eerste snede had, dan zorgt beweiden voor een betere uitstoeling van het gras.’
Stikstofvoorraad in de bodem is op
Tjoonk ziet dat er qua grasaanbod een tweedeling is ontstaan in Nederland. ‘Bedrijven die vroeg maaiden, zijn inmiddels toe aan de derde snede. Maar bedrijven die een late, zware eerste snede hadden, kunnen nu pas weiden in de tweede snede’. De ruwvoerspecialist stelt dat aandacht voor de juiste bemesting juist nu lonend is. ‘Wat heeft de bodem nodig? Heb je bemest voor 3500 kg droge stof, maar haalde je er meer dan 5000 kg af bij de eerste snede? Dat is op zich niet erg, maar besef dat de bodemvoorraad aan stikstof dan laag is. Maai snel de tweede snede om stengelvorming door bloei te voorkomen en zorg dan dat je de derde snede voldoende bemest.’
Tabel 1 – Bodemtemperatuur, grasgroei en graskwaliteit week 25
regio | bodemtemperatuur | grasgroei (kg ds/ha/dag) | grasgroei (kg ds/ha/dag) | ds-gehalte vers gras (%)* | ruw eiwit (g/kg ds)* | vem/kg ds* | suiker (g/kg ds)* | vcos* |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Noord | 19 | 42 | 194 | 14,5 | 205 | 947 | 100 | 80,6 |
Oost | - | 75 | - | 16,6 | 180 | 945 | 109 | 78,9 |
N.H./polders | - | 144 | 147 | 13,5 | 209 | 937 | 94 | 80,9 |
Midden | 19 | 59 | 106 | 15,1 | 229 | 974 | 71 | 81,8 |
Zuid-West | 18 | - | 79 | 15,5 | 162 | 914 | 103 | 78,5 |
Zuid-Limburg | - | - | - | 16,2 | 211 | 1002 | 138 | 82,6 |
Zuid | - | 14 | - | 17,1 | 182 | 921 | 100 | 77,5 |
Bio Friese zandgrond | - | - | - | 16,0 | 170 | 952 | 122 | 79,4 |
Bio Gelderse klei | - | - | - | 20,3 | 168 | 908 | 93 | 77,1 |
Bio Drentse zandgrond | - | - | - | 15,9 | 156 | 888 | 87 | 76,4 |
Bio Flevoland zeeklei | - | 56 | 155 | 15,2 | 208 | 948 | 66 | 81 |
Bronnen: ABZ Diervoeding, Agrifirm (Grasmonitor), CAV Den Ham, De Heus (kijkopgras.nl), De Samenwerking (Weidewijzer), Schothorst Feed Research, ForFarmers (VersGrasMonitor), AgruniekRijnvallei, Voergroep Zuid, Eurofins Agro, Grip op Gras, Groeikracht, KTC Zegveld, Aeres Hogeschool, LNV-programma Integraal Aanpakken en Wageningen Livestock Research. Data biologische bedrijven met ** afkomstig van De Heus (kijkopgras.nl). Data van biologische bedrijven zonder ** afkomstig van LNV-programma Integraal aanpakken. * > 1700 kg ds/hectare
REAGEER