Stikstof

Rechtbank Den Haag: Nederlandse Staat moet stikstofreductie versnellen

Bij het niet halen van de doelen in 2030 hangt de overheid een dwangsom van 10 miljoen euro boven het hoofd
Bij het niet halen van de doelen in 2030 hangt de overheid een dwangsom van 10 miljoen euro boven het hoofd

De rechtbank in Den Haag heeft vanochtend in een zaak van milieuorganisatie Greenpeace tegen de Nederlandse Staat bepaald dat het kabinet meer maatregelen moet nemen om de stikstofneerslag op natuurgebieden terug te dringen.

Hoewel de rechter de eis van Greenpeace om de stikstofdoelen voor 2025 alsnog te halen heeft afgewezen, is duidelijk gemaakt dat de doelen voor 2030 zonder onmiddellijke actie eveneens buiten bereik blijven.

Stikstofdoelen onhaalbaar onder huidig beleid

Volgens het wettelijke stikstofdoel moet de stikstofgevoelige natuur uiterlijk in 2030 met 50 procent onder de kritische depositiewaarde worden gebracht, met prioriteit voor de meest kwetsbare gebieden. Tot nu toe is een reductie van 28 procent behaald. Onderzoek van het RIVM, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Wageningen University & Research (WUR) laat zien dat het huidige beleid slechts een stijging naar 31 procent oplevert in 2030. Dit ligt ver onder de vereiste 50 procent.

Dwangsom van 10 miljoen euro

De rechter heeft daarom bepaald dat de Staat nu al maatregelen moet nemen. Bij het niet halen van de doelen in 2030 hangt de Staat een dwangsom van 10 miljoen euro boven het hoofd, die aan Greenpeace wordt uitgekeerd. 

De rechtbank oordeelde dat de Staat dit vonnis gelijk moet uitvoeren, ook in aanloop naar de beslissing in een eventueel hoger beroep. De Staat moet dus direct maatregelen nemen om de wettelijke stikstofdoelen in 2030 te halen. Wat die maatregelen gaan zijn, is nog niet bekend. 

Rekening houden met brede maatschappelijke impact van maatregelen

Voor landbouwminister Wiersma is dit niet de uitspraak waar ze op had gehoopt. ‘Het kabinet neemt het stikstofprobleem zeer serieus. We voeren al veel maatregelen uit en ontwikkelen aanvullend beleid. Tegelijkertijd staan we ook voor een aanpak waarbij we de brede maatschappelijke impact van de maatregelen die we nemen niet uit het oog verliezen. We kunnen immers niet het onmogelijke vragen van mensen en bedrijven.’ De minister stelt dat ze zich goed kan voorstellen dat er vragen en zorgen zijn over de gevolgen van deze uitspraak en laat weten dat het kabinet een ministeriële commissie heeft opgericht om te bepalen wat de uitspraak van hen vraagt. Daarbij neemt Wiersma de optie voor een hoger beroep mee. 

Noodzaak om huidige wet aan te passen

De uitspraak leidt tot zorgen binnen de agrarische sector. LTO-voorzitter Ger Koopmans: ‘De maatregelen die hiervoor noodzakelijk zijn, zullen een ongekende impact hebben op de agrarische sector, de woningbouw en de Nederlandse economie in totaal. Deze uitspraak toont de absolute noodzaak aan om de huidige wet aan te passen. LTO zal daar met concrete voorstellen aan bijdragen.’

Ook Agractie ziet de wet wijzigen als enige optie. De organisatie meldt dat er werkbare oplossingen klaarliggen waar de minister direct mee aan de slag kan. ‘Voor de agrarische sector is deze uitspraak desastreus. Wij roepen dan ook met klem op: offer de sector niet op voor onrealistische en idealistische doelstellingen en ga daadwerkelijk aan de slag om het beleid om te buigen. Niet meer sturen op stikstof maar wel sturen op de staat van instandhouding, zoals ook staat opgenomen in het hoofdlijnenakkoord’, schrijft Agractie in een reactie. 

Verantwoordelijkheid nemen

Greenpeace spande de zaak aan omdat ze vond dat de Nederlandse staat onvoldoende maatregelen nam om de stikstofdepositie terug te dringen en niet aan de eigen landelijke stikstofdoelen voldoet. Andy Palmen, directeur van Greenpeace zegt tegen NOS: ‘We verwachten dat de overheid in het plan van aanpak nu eindelijk haar verantwoordelijkheid neemt en zorgt dat alle relevante sectoren, waaronder de landbouw, verkeer, luchtvaart en industrie, een eerlijke bijdrage leveren. De overheid zal met voorstellen moeten komen waarmee de boeren eindelijk duidelijkheid krijgen en op een rechtvaardige manier worden ondersteund bij de noodzakelijke omslag naar ecologische landbouw. Boeren die al duurzaam ondernemen moeten worden beschermd en er moet steun zijn voor boeren die de omslag willen maken.’