ILVO en VIB willen genoombewerkte mais testen in veldonderzoek

Wetenschappers van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) willen samen met onderzoeksinstituut ILVO veldonderzoek opzetten met genoombewerkte mais.

Hiervoor is onlangs een aanvraag ingediend bij de Belgische federale overheid. De onderzoekers willen nog dit jaar van start.

Eigen erfelijk materiaal

Genoombewerkte mais is via kleine ingrepen – bijvoorbeeld het wegknippen van een stukje erfelijke materiaal – genetisch aangepast. De techniek staat ook bekend onder de Engelse term ‘gene editing’. Bij het maken van genoombewerkte mais wordt geen soortvreemd erfelijk materiaal ingebracht. Genoombewerkte mais is dan ook iets anders dan genetisch gemodificeerde mais.

Federale overheid beslist

Europese wetgeving staat veldonderzoek met genoombewerkte gewassen onder voorwaarden toe, maar hiervoor moet in iedere lidstaat afzonderlijk een toelatingsprocedure worden doorlopen. Zo beslist in België de federale overheid over deze aanvragen. Hierbij wordt advies ingewonnen bij een adviesraad voor bioveiligheid en ook de verantwoordelijk Vlaams minister heeft zeggenschap.

Droogte- en hitteresistent

In het onderzoek van het VIB gaat het om een mais die genetisch is aangepast om beter om te gaan met droogte en een mais die minder gevoelig is voor hittestress. Experimenten in kassen toonden al aan dat de genetisch aangepaste maisplanten daadwerkelijk beter groeiden bij droogte en wisselende omgevingsomstandigheden. De wetenschappers willen nu onderzoeken of deze effecten ook te zien zijn in veldproeven.

Minder lignine, beter verteerbaar

Een derde type mais dat de onderzoekers willen beproeven is mais met een verlaagd ligninegehalte. Daardoor is het gewas beter verteerbaar. In een veldproef willen ze nagaan of de aanpassingen aan de plant geen negatieve bijwerkingen hebben zoals een verhoogde gevoeligheid voor legering. In dit onderzoek wordt samengewerkt met zaaizaadbedrijf Limagrain.