dinsdag, 18 mei, 2021 Bedrijven die in 2016 of 2017 voldeden aan alle vijf duurzaamheidsdoelstellingen van de Duurzame Zuivelketen waren kleiner en extensiever dan gemiddeld, hadden minder veengrond en voerden meer vers gras en minder krachtvoer. Dit blijkt uit een analyse van Wageningen Livestock Research van ruim 34.000 KringloopWijzers over de jaren 2016, 2017 en 2018. De onderzoekers berekenden voor zes duurzaamheidscriteria het percentage bedrijven dat voldeed aan de doelstellingen van de Duurzame Zuivelketen. Het gaat hierbij om weidegang (minstens 120 dagen en 720 uur), eiwit van eigen land (meer dan 50 procent), stikstofbodemoverschot (minder dan 150 kg per hectare), ammoniakemissie (minder dan 80 kg per hectare), aandeel blijvend grasland (meer dan 40 procent) en broeikasgasemissie (minder dan 1200 gram CO2-equivalenten per kg meetmelk). Duidelijke invloed droogteDe doelstellingen voor ammoniakemissie werden in alle drie de jaren door meer dan 90 procent van de bedrijven gehaald. Ruim de helft van de bedrijven voldeed aan de norm voor weidegang. Cijfers over het aandeel blijvend grasland waren alleen over 2018 beschikbaar. In dat jaar had bijna 80 procent van de bedrijven meer dan 40 procent blijvend grasland. Opvallend is dat de scores voor de criteria broeikasgasemissie, stikstofbodemoverschot en eiwit van eigen land in 2018 aanzienlijk ongunstiger waren dan in de twee jaren daarvoor. De onderzoekers wijten dit aan de droogte van dat jaar. Uiteindelijk voldeed in 2018 slechts 7 procent van de bedrijven aan alle zes de doelstellingen. Veel vers gras gunstigIn 2016 en 2017 (toen blijvend grasland nog niet werd meegenomen) haalde nog 14 procent de vijf gestelde doelen. Het aandeel bedrijven dat aan vier van de vijf criteria voldeed lag in die jaren op 36 procent. In ruim 50 procent van de gevallen was weidegang het beperkende criterium en in 30 procent van de gevallen was dat de broeikasgasemissie. Bedrijven die in 2016 of 2017 voldeden aan alle vijf duurzaamheidsdoelstellingen van de Duurzame Zuivelketen waren kleiner en extensiever dan gemiddeld en voerden meer vers gras en minder krachtvoer. Bovendien hadden ze weinig veengrond. Een uitgebreid achtergrondverhaal over de analyse van KringloopWijzer-cijfers leest u in het meinummer van Veeteelt dat eind deze week verschijnt.
0 reacties
|
Extensieve grasbedrijven scoren goed op duurzaamheid
![]() |
Bedrijven die in 2016 of 2017 voldeden aan alle vijf duurzaamheidsdoelstellingen van de Duurzame Zuivelketen waren kleiner en extensiever dan gemiddeld, hadden minder veengrond en voerden meer vers gras en minder krachtvoer.
Dit blijkt uit een analyse van Wageningen Livestock Research van ruim 34.000 KringloopWijzers over de jaren 2016, 2017 en 2018.
De onderzoekers berekenden voor zes duurzaamheidscriteria het percentage bedrijven dat voldeed aan de doelstellingen van de Duurzame Zuivelketen. Het gaat hierbij om weidegang (minstens 120 dagen en 720 uur), eiwit van eigen land (meer dan 50 procent), stikstofbodemoverschot (minder dan 150 kg per hectare), ammoniakemissie (minder dan 80 kg per hectare), aandeel blijvend grasland (meer dan 40 procent) en broeikasgasemissie (minder dan 1200 gram CO2-equivalenten per kg meetmelk).
Duidelijke invloed droogte
De doelstellingen voor ammoniakemissie werden in alle drie de jaren door meer dan 90 procent van de bedrijven gehaald. Ruim de helft van de bedrijven voldeed aan de norm voor weidegang. Cijfers over het aandeel blijvend grasland waren alleen over 2018 beschikbaar. In dat jaar had bijna 80 procent van de bedrijven meer dan 40 procent blijvend grasland. Opvallend is dat de scores voor de criteria broeikasgasemissie, stikstofbodemoverschot en eiwit van eigen land in 2018 aanzienlijk ongunstiger waren dan in de twee jaren daarvoor. De onderzoekers wijten dit aan de droogte van dat jaar. Uiteindelijk voldeed in 2018 slechts 7 procent van de bedrijven aan alle zes de doelstellingen.
Veel vers gras gunstig
In 2016 en 2017 (toen blijvend grasland nog niet werd meegenomen) haalde nog 14 procent de vijf gestelde doelen. Het aandeel bedrijven dat aan vier van de vijf criteria voldeed lag in die jaren op 36 procent. In ruim 50 procent van de gevallen was weidegang het beperkende criterium en in 30 procent van de gevallen was dat de broeikasgasemissie. Bedrijven die in 2016 of 2017 voldeden aan alle vijf duurzaamheidsdoelstellingen van de Duurzame Zuivelketen waren kleiner en extensiever dan gemiddeld en voerden meer vers gras en minder krachtvoer. Bovendien hadden ze weinig veengrond.
Een uitgebreid achtergrondverhaal over de analyse van KringloopWijzer-cijfers leest u in het meinummer van Veeteelt dat eind deze week verschijnt.
REAGEER