vrijdag, 24 januari, 2020 In totaal 65 procent van het eiwit in Nederlands mengvoer is afkomstig uit Europa. In 2011 lag dat percentage op 56 procent. Dat blijkt uit een onderzoek van Wageningen University & Research. WUR analyseerde ook het aandeel regionaal – in Europa geproduceerd – eiwit in eiwitrijke grondstoffen, ofwel grondstoffen met een ruweiwitgehalte van minimaal 154 gram per kilogram. In 2018 lag dat gemiddeld over alle sectoren (melkvee, vleesvee, varkens en pluimvee) op 47 procent. Dat is een stuk hoger dan in 2011, toen 39 procent van regionale herkomst bleek. Als ook eiwitrijke vochtrijke bijproducten zouden hebben meegeteld, kwam het aandeel eiwit van regionale oorsprong in 2018 op 50 procent uit. 78 procent voor vleesveesectorDe melkveesector scoort met een aandeel van 47 procent regionaal eiwit in eiwitrijke grondstoffen precies op het gemiddelde. De vleesveesector steekt met 78 procent regionaal geproduceerd eiwit in eiwitrijke grondstoffen juist ver boven het gemiddelde uit. Sojaproducten vormen veruit de grootste bron van niet-regionaal eiwit (58% in 2011, 78% in 2018). Op afstand volgen palmpitschilfers en maisglutenvoer. Toename regionaal geproduceerd sojaDe WUR-onderzoekers zien vanaf 2015 wel een toename van regionaal geproduceerd soja. Sinds de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in 2013 is het soja-areaal in de EU verdubbeld tot bijna 1 miljoen hectare. Ook het areaal peulvruchten groeit fors. Sinds 2013 is de productie in de EU bijna verdrievoudigd tot 2,6 miljoen hectare in 2018. De belangrijkste peulvruchten zijn voedererwten en veldbonen.
0 reacties
|
65 procent van eiwit in Nederlands mengvoer komt uit Europa
In totaal 65 procent van het eiwit in Nederlands mengvoer is afkomstig uit Europa. In 2011 lag dat percentage op 56 procent. Dat blijkt uit een onderzoek van Wageningen University & Research.
WUR analyseerde ook het aandeel regionaal – in Europa geproduceerd – eiwit in eiwitrijke grondstoffen, ofwel grondstoffen met een ruweiwitgehalte van minimaal 154 gram per kilogram. In 2018 lag dat gemiddeld over alle sectoren (melkvee, vleesvee, varkens en pluimvee) op 47 procent. Dat is een stuk hoger dan in 2011, toen 39 procent van regionale herkomst bleek. Als ook eiwitrijke vochtrijke bijproducten zouden hebben meegeteld, kwam het aandeel eiwit van regionale oorsprong in 2018 op 50 procent uit.
78 procent voor vleesveesector
De melkveesector scoort met een aandeel van 47 procent regionaal eiwit in eiwitrijke grondstoffen precies op het gemiddelde. De vleesveesector steekt met 78 procent regionaal geproduceerd eiwit in eiwitrijke grondstoffen juist ver boven het gemiddelde uit.
Sojaproducten vormen veruit de grootste bron van niet-regionaal eiwit (58% in 2011, 78% in 2018). Op afstand volgen palmpitschilfers en maisglutenvoer.
Toename regionaal geproduceerd soja
De WUR-onderzoekers zien vanaf 2015 wel een toename van regionaal geproduceerd soja. Sinds de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) in 2013 is het soja-areaal in de EU verdubbeld tot bijna 1 miljoen hectare.
Ook het areaal peulvruchten groeit fors. Sinds 2013 is de productie in de EU bijna verdrievoudigd tot 2,6 miljoen hectare in 2018. De belangrijkste peulvruchten zijn voedererwten en veldbonen.
REAGEER