Mest

Een kuub minder mest per koe door aanpassen excretieforfaits

De aanpassing van de correctiefactor voor gasvormige verliezen betekent dat er minder stikstof achterblijft in mest
De aanpassing van de correctiefactor voor gasvormige verliezen betekent dat er minder stikstof achterblijft in mest

De forfaitaire stikstofproductie van melkkoeien is per 1 januari van dit jaar iets naar beneden bijgesteld. 

Dit betekent dat de mestproductie op papier daalt met circa 1 kuub per koe per jaar.

Correctiefactor naar 14 procent

De bijstelling is het resultaat van een aangepaste berekening van de hoeveelheid stikstof die uit de mest verdwijnt in de vorm van onder andere ammoniak en lachgas. Deze zogenaamde correctiefactor voor gasvormige verliezen was in het verleden voor rundveedrijfmest vastgesteld op 8,5 procent. Als gevolge van nieuwe wetenschappelijke inzichten is deze nu verhoogd naar 14 procent voor drijfmest en 39 procent voor vaste mest. 

Mestoverschot iets kleiner

De aanpassing van de correctiefactor betekent dat er minder stikstof achterblijft in mest. Hierdoor kunnen er binnen de gebruiksnormen iets meer kubieke meters mest worden toegepast, hoeft er iets minder mest te worden afgevoerd en neemt het landelijke mestoverschot dit jaar iets minder hard toe.

Gemiddeld bedrijf bespaart 100 kuub afvoer

Volgens berekeningen van Flynth Accountants daalt door de aanpassing de stikstofproductie per melkkoe met ruim 3 procent, afhankelijk van de gemiddelde melkproductie en het ureumgehalte in de melk. Deze daling komt neer op circa een kuub minder mest per koe per jaar. Een bedrijf met 100 koeien en een mestoverschot hoeft door de aanpassing dus circa 100 kuub minder mest af te voeren. Bij een afzetprijs van 30 euro per kuub betekent dit een besparing van zo’n 3000 euro.

De publicatie van de wijziging in de Staatscourant, inclusief de volledige tabel met de nieuwe excretieforfaits, is hier te downloaden.