Zuivelfusie in zeven vragen aan directeur Milcobel
De FrieslandCampina-garantieprijs zal na de fusie ook aan de leden van de Milcobel worden betaald. Over de inleg van ledenkapitaal hoeven de Vlamingen zich geen zorgen te maken en ook hun zeggenschap is in de toekomstige bestuursstructuur geborgd.
Dit zegt Tom Schiettecat, directeur Milk en Farms bij Milcobel, in een vraaggesprek met Veeteelt. ‘Uiteraard zitten onze leden nog met vragen rond de fusie van onze coöperatie met FrieslandCampina’, vertelt Tom Schiettecat. Dat merkte hij tijdens de infosessies van afgelopen dagen, waar Milcobel de gevolgen in hoofdlijnen aan de veehouders toelichtte. ‘Veehouders willen weten wat deze fusie betekent voor hen’, zegt hij. ‘Denk maar aan het zeggenschap, de structuur, de kapitaalsopbouw en de melkprijssystematiek.’ Volgens Schiettecat verandert dat laatste met de fusie positief. Zo zal er voor Milcobel-leden, net als bij FrieslandCampina, een garantieprijs gaan gelden.
Veehouders hoeven zich volgens Schiettecat geen zorgen te maken. ‘Het is niet zo dat Milcobel nu helemaal anders zal werken. Ook FrieslandCampina is een coöperatie. Op vlak van structuur lijken we op elkaar. Als we samen aan tafel zitten, valt op dat we gedreven worden door dezelfde waarden. Het coöperatieverhaal is heel verbindend, ondanks het cultuurverschil in Nederland en Vlaanderen.’
Wat betekent deze fusie voor de melkprijs voor de Milcobel-leden?
‘Als grote coöperatie kun je meer schaalvoordelen benutten en meer inzitten op toegevoegde waarde. Ons productieapparaat zal dankzij de fusie uitgebreider zijn. Hierdoor kan je de melk daar inzetten waar ze het best valoriseert. Een ander schaalvoordeel zit hem in efficiëntie. Het ophaalgebied van de melk gaan we hertekenen waar we elkaar overlappen. De melk zal daar naar de meest kortbije verwerkinglocaties gebracht worden. Naar transport toe werkt dat kostenbesparend.’
‘Een ander belangrijk punt is de versterking op het vlak van know-how. Zo is Milcobel de absolute referentie voor mozzarella in Europa, zowel op vlak van volume als kwaliteit. Ook FrieslandCampina produceert mozzarella, maar kijkt naar Milcobel om zich hier meer in te verdiepen. Omgekeerd kunnen wij van het sterke verkoopapparaat van FrieslandCampina veel leren. Die kennisuitwisseling zal zich moeten doorzetten in een nog sterkere melkprijs.’
Dus Milcobel-leden mogen een sterkere melkprijs verwachten?
‘Ja, vooral ook het werken met een garantieprijs binnen de fusiecoöperatie – zoals die vandaag binnen FrieslandCampina geldt – moet melkveehouders comfort geven. De werking hiervan berust op een gewogen gemiddelde van een melkkorf van de zuivelverwerkers uit de nabije omgeving. De prijzen die betaald worden door zuivelverwerkers in Nederland, Duitsland, België en Denemarken zitten in die korf, samen goed voor zo’n 21 à 22 miljard liter. Met het gewogen gemiddelde van deze prijzen, inclusief premies, wordt een garantieprijs gevormd. Onze uitbetaalde melkprijs zal dus niet lager zijn dan deze garantieprijs. Wat de andere zuivelverwerkers aan hun boeren betalen, kunnen wij dus ook aan onze boeren garanderen. Onze prijs zal altijd toonaangevend zijn.'
Tom Schiettecat, directeur Milk en Farms bij Milcobel:Met de fusie gaan we met het kapitaalsmodel van FrieslandCampina verder. Deze wijziging heeft weinig impact op onze leden
Maar de kapitaalsinbreng voor boeren wordt wel hoger?
‘Vandaag is de minimale kapitaalsverplichting in aandelen van een Milcobel-lid 7,5 euro per 100 liter melk. Met de fusie gaan we met het kapitaalsmodel van FrieslandCampina verder. Daar is de kapitaalsinbreng in de vorm van melkcertificaten 8 euro per 100 kilogram melk.’
‘Deze wijziging heeft echter weinig impact op onze leden; ze hoeven zich dan ook geen zorgen te maken over de kapitaalsverplichting binnen de fusie. Het gemiddelde Milcobel-lid heeft vandaag 4,3 euro per 100 liter aan aandelen. Daarnaast geldt er vandaag een getrouwheidspremie van 3 euro per 100 liter melk, verdeeld in 1,5 euro over de geleverde liters van 2024 en 1,5 euro over de liters in 2025. Deze 3 euro is afkomstig van de opbrengst van de verkoop van ons merk Ysco, die als getrouwheidspremie naar de leden gaat. Tot slot hebben vorige week een nabetaling over 2024 van een halve euro per 100 liter aangekondigd.’
‘Deze getrouwheidspremie en nabetaling worden gestort op de vennotenrekening van het individuele Milcobel-lid. Dat betekent dus een bijdrage tot het volstorten van de kapitaalsverplichting van minimaal 7,5 euro per 100 liter. Vlaamse boeren moeten zich daarom absoluut geen zorgen maken over de kapitaalsopbouw binnen de fusie. Het gemiddelde lid zal al op die acht euro zitten. Reken de 4,3 euro die ze nu bezitten, plus de 3 euro getrouwheidspremie, plus de 0,5 euro nabetaling maar eens uit.'
'Daarnaast wordt er nog geschermd met inleg in dode hand bij FrieslandCampina. Maar dat is niet meer van tel. Vroeger moesten boeren bij FrieslandCampina een bijkomende inleg betalen om toe te treden tot de coöperatie, maar dat systeem is inmiddels opgeschort. Milcobel-boeren moeten dus absoluut geen schrik hebben voor bijkomende instapkosten. De kapitaalsinbreng in de fusiecoöperatie wordt beperkt tot 8 euro per 100 kilogram melk.’
Zal de naam Milcobel nog gelden?
‘De fusiecoöperatie zal de naam FrieslandCampina gaan dragen. Dat heeft te maken met de marktbekendheid van de naam. FrieslandCampina is een heel sterk internationaal vertakt merk. Het bedrijf is werkzaam in dertig landen wereldwijd. Toch zal de naam Milcobel nog een rol spelen in de fusiecoöperatie. Zo zullen er twee gewesten binnen de fusiecoöperatie de naam Milcobel nog dragen: Milcobel Oost en Milcobel West. Daarnaast is Milcobel ook een merk waarmee we producten business to business in de markt brengen. Ons belangrijkste uithangbord is onze kwaliteitsvolle mozzarella, die gemaakt wordt in Langemark.’
Tom Schiettecat, directeur Milk en Farms bij Milcobel:Ook FrieslandCampina is vragende partij voor een sterke Belgische vertegenwoordiging in de fusie
Zal de stem van de Vlaamse boer binnen deze fusie niet minder sterk zijn?
‘Ook FrieslandCampina is vragende partij voor een sterke Belgische vertegenwoordiging in de structuren van de fusiecoöperatie. Vanuit onze twee districten Oost en West zijn er mandaten die worden ingevuld. Dat zijn twee keer tien mandaten voor de districtsraad en twee districtsvoorzitters. Die laatste zullen ook zetelen in het algemene voorzittersoverleg. Daarnaast is er vanuit de districten ook een vertegenwoordiging naar de algemene ledenraad.’
‘Ook komt er een extra bestuursmandaat dat gegarandeerd wordt ingevuld vanuit Milcobel binnen het bestuur van de fusiecoöperatie. Vandaag staan aan het hoofd van FrieslandCampina acht bestuurders. Dat bestuur wordt uitgebreid naar negen personen met iemand vanuit de twee Milcobel-districten. Zo wordt elke regio, met zijn eigen verschillen en manier van werken, vertegenwoordigd. Vlamingen hebben wel degelijk een stem en zitten mee aan het stuur van deze fusiecoöperatie, inclusief een stem op het hoogste niveau.’
Benadeelt zo’n fusie kleine melkveebedrijven?
‘Neen, die stelling is onterecht. In de coöperatie is er voor leden één belangrijk principe dat voor Milcobel telt en die ook in de fusiecoöperatie zal gelden. Dat is afzetzekerheid voor alle leden. Zo zal alle melk, ongeacht bedrijfsgrootte, sowieso opgehaald worden bij alle leden. Tijdens de fusiegesprekken hebben we gezorgd voor de belangen van al onze leden. Van de kleine weidemelker tot de grootschalige bedrijven die kiezen voor volume. We willen dat elk lid erop vooruit gaat. Zo wordt de beweidingspremie verdubbeld. Dat is bijvoorbeeld positief voor de kleinere boer die weidegang toepast.’
Hoe gunstig is de fusie voor de boer? Hoe minder zuivelorganisaties die vechten om melk, hoe zwakker de onderhandelingspositie van de boer?
‘We kunnen niet blind zijn voor de realiteit van de zuivelmarkt. Het plafond van de melkproductie in Noordwest-Europa lijkt bereikt. Er wordt gevochten om elke liter. Dat zet boeren in een heel sterke positie. In dit landschap zal er altijd de keuze zijn om de melk elders aan te bieden. Het is om die reden dat iedere zuivelverwerker baat heeft bij het betalen van een goede melkprijs, vooral om de melkveehouder aan zich te binden. Een coöperatief model biedt daarbij mooie garanties voor de melkveehouder. Want naast de al benoemde afzetzekerheid gaat binnen een coöperatie alle gecreëerde waarde uit de markt terug naar de boeren.’