donderdag, 30 maart, 2017 Het huidig mestbeleid is niet effectief genoeg om overal in Nederland de in Europees verband afgesproken doelen voor schoon grond- en oppervlaktewater te halen en loopt tegen zijn grenzen aan. Een meer regionale aanpak is gewenst. Dit meldt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een vandaag gepubliceerde evaluatie van de Meststoffenwet, waarmee Nederland invulling geeft aan de Europese Nitraatrichtlijn. Het 196 pagina’s tellende rapport is hier te downloaden. Nitraatnorm grondwater veelal gehaaldHet beleidsdoel van maximaal 50 mg nitraat per liter grondwater wordt gemiddeld bijna overal gehaald, met uitzondering van het zuidelijk zandgebied waar deze norm met 30 mg per liter wordt overschreden. Mestfraude en het gebruik van stikstofrijke dunne fractie zijn hier mogelijk debet aan. Oppervlaktewater bevat teveel stikstof en fosfaatIn het oppervlaktewater zit nog teveel stikstof en fosfaat. Om de gestelde doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) te bereiken, moet de stikstof- en fosforbelasting uit de landbouw met respectievelijk 20 en 40 procent omlaag. Maar volgens het Planbureau loopt de Meststoffenwet met haar regulerende en generieke aanpak tegen landbouwkundige grenzen aan. Grens landbouwkundig advies bereiktDe huidige gangbare landbouwpraktijk van bemesting op basis van de geldende gebruiksnormen is volgens landbouwkundig advies en optimale gewaskeuzes niet toereikend. Hier zijn de grenzen bereikt. Daarnaast biedt het mestbeleid geen positieve prikkels voor boeren en te weinig ruimte voor maatwerk om de oppervlaktewaterkwaliteit te verbeteren. Daling gewasopbrengst en bodemvruchtbaarheidEen verdere generieke aanscherping van de bemestingsnormen stuit op weerstand vanwege praktische en economische bezwaren. Veehouders moeten meer mest afvoeren tegen hogere kosten en akkerbouwers wijzen op afname van gewasopbrengsten en een daling van de bodemvruchtbaarheid. Dat leidt tot afnemend draagvlak voor het mestbeleid bij boeren. Regionale aanpak nodigEen meer regionale aanpak, waarin boeren, (agro-)industrie, waterbeheerders, overheden, natuurbeheerders, ngo’s en burgers samen op zoek gaan naar economisch haalbare en afrekenbare doelen en maatregelenpakketten nemen andere beleidsdoelen (zoals natuur en klimaat) integraal mee. Zo ontstaan mogelijk synergievoordelen door bijvoorbeeld afstemming van grondgebruik, bemestingsintensiteit en milieumaatregelen. Maar in een aantal regio’s is de afstand tot de KRW-doelen dermate groot, dat het Planbureau voor de Leefomgeving de vraag opwerpt of en tegen welke kosten deze doelstellingen overal in Nederland gehaald moeten worden.
0 reacties
|
Mestbeleid niet effectief om waterkwaliteit te verbeteren
![]() |
Het huidig mestbeleid is niet effectief genoeg om overal in Nederland de in Europees verband afgesproken doelen voor schoon grond- en oppervlaktewater te halen en loopt tegen zijn grenzen aan. Een meer regionale aanpak is gewenst.
Dit meldt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een vandaag gepubliceerde evaluatie van de Meststoffenwet, waarmee Nederland invulling geeft aan de Europese Nitraatrichtlijn. Het 196 pagina’s tellende rapport is hier te downloaden.
Nitraatnorm grondwater veelal gehaald
Het beleidsdoel van maximaal 50 mg nitraat per liter grondwater wordt gemiddeld bijna overal gehaald, met uitzondering van het zuidelijk zandgebied waar deze norm met 30 mg per liter wordt overschreden. Mestfraude en het gebruik van stikstofrijke dunne fractie zijn hier mogelijk debet aan.
Oppervlaktewater bevat teveel stikstof en fosfaat
In het oppervlaktewater zit nog teveel stikstof en fosfaat. Om de gestelde doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) te bereiken, moet de stikstof- en fosforbelasting uit de landbouw met respectievelijk 20 en 40 procent omlaag. Maar volgens het Planbureau loopt de Meststoffenwet met haar regulerende en generieke aanpak tegen landbouwkundige grenzen aan.
Grens landbouwkundig advies bereikt
De huidige gangbare landbouwpraktijk van bemesting op basis van de geldende gebruiksnormen is volgens landbouwkundig advies en optimale gewaskeuzes niet toereikend. Hier zijn de grenzen bereikt. Daarnaast biedt het mestbeleid geen positieve prikkels voor boeren en te weinig ruimte voor maatwerk om de oppervlaktewaterkwaliteit te verbeteren.
Daling gewasopbrengst en bodemvruchtbaarheid
Een verdere generieke aanscherping van de bemestingsnormen stuit op weerstand vanwege praktische en economische bezwaren. Veehouders moeten meer mest afvoeren tegen hogere kosten en akkerbouwers wijzen op afname van gewasopbrengsten en een daling van de bodemvruchtbaarheid. Dat leidt tot afnemend draagvlak voor het mestbeleid bij boeren.
Regionale aanpak nodig
Een meer regionale aanpak, waarin boeren, (agro-)industrie, waterbeheerders, overheden, natuurbeheerders, ngo’s en burgers samen op zoek gaan naar economisch haalbare en afrekenbare doelen en maatregelenpakketten nemen andere beleidsdoelen (zoals natuur en klimaat) integraal mee. Zo ontstaan mogelijk synergievoordelen door bijvoorbeeld afstemming van grondgebruik, bemestingsintensiteit en milieumaatregelen.
Maar in een aantal regio’s is de afstand tot de KRW-doelen dermate groot, dat het Planbureau voor de Leefomgeving de vraag opwerpt of en tegen welke kosten deze doelstellingen overal in Nederland gehaald moeten worden.
REAGEER