woensdag, 5 november, 2014 De Nederlandse melkveehouderij is en blijft grondgebonden, ook na 1 april 2015 wanneer de Europese melkquotering stopt. Dat zegt LTO-vakgroepvoorzitter Melkveehouderij Kees Romijn in een column op de website van de land- en tuinbouworganisatie. Critici in de sector spreken volgens Romijn over een 'historische misstap' als het wetsvoorstel van staatssecretaris Dijksma, ongewijzigd door de Tweede Kamer wordt aangenomen. Het zou melkveehouders volop de gelegenheid geven het pad van grondgebondenheid te verlaten en in te zetten op mestverwerking en daarmee verdere intensivering. Geen doemscenario van intensiveringRomijn vraagt zich af of het doemscenario van vergaande intensivering wel zal plaatsvinden, omdat melkveehouders zelf ook heel goed aanvoelen waar de 'natuurlijke' grens op zijn eigen bedrijf ligt. 'Laten we aannemen dat vergaande intensivering niet gebeurt. Dat melkveehouders hun bedrijven voor driekwart of meer voeren met gras en mais uit de directe omgeving. Er is op melkveebedrijven een natuurlijke grens die ‘de ondernemer in de melkveehouder’ zelf heel goed aanvoelt en in beeld heeft.' Weidegang niet vastleggenVolgens Romijn doet de Melkveewet waar hij voor bedoeld is: zorgen dat de extra mest van groeiende melkveehouders de milieubalans in Nederland niet verstoort. Het vastleggen van weidegang of regels om intensivering te voorkomen ziet Romijn dan ook niet zitten. 'Dat boeren worden gestimuleerd in weidegang, daar sta ik achter. Maar laten we ook oog hebben voor bedrijven waar dat vanwege een slechte verkaveling haast onmogelijk is.' Romijn denkt dat een grote groep melkveehouders flexibiliteit nodig heeft om aan het bedrijf een gezonde maatschappelijke en ook economische basis te geven.' Roepen hoe het anders moetRomijn geeft aan dat de sector er niets aan heeft als buitenstaanders langs de zijlijn roepen hoe het anders moet, maar zelf niet de last van investeringen voelen om straks het bedrijf over te kunnen doen aan zoon of dochter. 'Zij hoeven niet naar de bank om de afgeschreven stal te kunnen vervangen voor een nieuwe, die beter is voor dierenwelzijn en milieu en ook landschappelijk beter past.' Romijn vindt dat er wel een grens getrokken moet worden om extremen te voorkomen. 'Dus daar het wetsvoorstel op aanpassen om bepaalde gewenste ontwikkelingen te stimuleren. Dit houdt in dat grond onder het bedrijf - al dan niet in eigendom - voor de ruwvoerproductie en de mestafzet, gestimuleerd moet worden. Meer prikkels vanuit de overheid zijn op dit punt gewenst.'
0 reacties
|
Kees Romijn: 'Melkveehouderij blijft grondgebonden'
De Nederlandse melkveehouderij is en blijft grondgebonden, ook na 1 april 2015 wanneer de Europese melkquotering stopt.
Dat zegt LTO-vakgroepvoorzitter Melkveehouderij Kees Romijn in een column op de website van de land- en tuinbouworganisatie.
Critici in de sector spreken volgens Romijn over een 'historische misstap' als het wetsvoorstel van staatssecretaris Dijksma, ongewijzigd door de Tweede Kamer wordt aangenomen. Het zou melkveehouders volop de gelegenheid geven het pad van grondgebondenheid te verlaten en in te zetten op mestverwerking en daarmee verdere intensivering.
Geen doemscenario van intensivering
Romijn vraagt zich af of het doemscenario van vergaande intensivering wel zal plaatsvinden, omdat melkveehouders zelf ook heel goed aanvoelen waar de 'natuurlijke' grens op zijn eigen bedrijf ligt. 'Laten we aannemen dat vergaande intensivering niet gebeurt. Dat melkveehouders hun bedrijven voor driekwart of meer voeren met gras en mais uit de directe omgeving. Er is op melkveebedrijven een natuurlijke grens die ‘de ondernemer in de melkveehouder’ zelf heel goed aanvoelt en in beeld heeft.'
Weidegang niet vastleggen
Volgens Romijn doet de Melkveewet waar hij voor bedoeld is: zorgen dat de extra mest van groeiende melkveehouders de milieubalans in Nederland niet verstoort. Het vastleggen van weidegang of regels om intensivering te voorkomen ziet Romijn dan ook niet zitten. 'Dat boeren worden gestimuleerd in weidegang, daar sta ik achter. Maar laten we ook oog hebben voor bedrijven waar dat vanwege een slechte verkaveling haast onmogelijk is.' Romijn denkt dat een grote groep melkveehouders flexibiliteit nodig heeft om aan het bedrijf een gezonde maatschappelijke en ook economische basis te geven.'
Roepen hoe het anders moet
Romijn geeft aan dat de sector er niets aan heeft als buitenstaanders langs de zijlijn roepen hoe het anders moet, maar zelf niet de last van investeringen voelen om straks het bedrijf over te kunnen doen aan zoon of dochter. 'Zij hoeven niet naar de bank om de afgeschreven stal te kunnen vervangen voor een nieuwe, die beter is voor dierenwelzijn en milieu en ook landschappelijk beter past.'
Romijn vindt dat er wel een grens getrokken moet worden om extremen te voorkomen. 'Dus daar het wetsvoorstel op aanpassen om bepaalde gewenste ontwikkelingen te stimuleren. Dit houdt in dat grond onder het bedrijf - al dan niet in eigendom - voor de ruwvoerproductie en de mestafzet, gestimuleerd moet worden. Meer prikkels vanuit de overheid zijn op dit punt gewenst.'
REAGEER