dinsdag, 20 maart, 2018 Vandaag presenteert het Netwerk Grondig zijn definitie van grondgebondheid voor de melkveehouderij aan leden van de vaste Kamercommissie LNV. Volgens het netwerk is een bedrijf pas grondgebonden als de fosfaatproductie gelijk is aan of kleiner is dan de plaatsingsruimte voor fosfaat. Daarbij pleiten de opstellers van de definitie voor de invoering van kringloopcontracten als alternatief voor de bestaande voer-mestcontracten, die volgens hen te fraudegevoelig zijn. Mest én voerKringloopcontracten zouden vastgelegd moeten kunnen worden in de gecombineerde opgave. Een kringloopcontract heeft betrekking op grond die melkveehouders gebruiken voor zowel de plaatsing van mest als de teelt van voer, dus niet slechts voor één van beide. Deze grond moet liggen binnen een straal van twintig kilometer van het bedrijf. Niet grondgebonden, strengere regelsDe opstellers nemen nadrukkelijk afstand van definities van grondgebondheid die geen recht doen aan het principe van een balans tussen mestplaatsingsruimte en ruwvoerwinning op een bedrijf. Bedrijven die niet grondgebonden zijn, zouden volgens het netwerk moeten voldoen aan strengere regels op het gebied van milieu- en mestregelgeving. Hiermee zouden ondernemers geprikkeld worden om toe te werken naar een grondgebonden bedrijfsvoering. Veehouders en maatschappelijk organisatiesDe definitie is opgesteld en ondertekend door een comité van grondgebonden melkveehouders en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, zoals Milieudefensie en Dierenbescherming. Ook de Federatie Particulier Grondbezit steunt de definitie. Binnenkort ook LTO en NZOBinnenkort wordt de uitkomst verwacht van het werk van een commissie die in opdracht van LTO en NZO een definitie van grondgebondenheid opstelt. ‘Het zou mooi zijn geweest als we gezamenlijk naar buiten hadden kunnen komen’, erkent Diana Saaman, woordvoerster van het Netwerk Grondig. ‘We hebben ook wel met elkaar gesproken, maar helaas lagen onze visies te ver uit elkaar.’
0 reacties
|
Grondig: balans mest en voer basis voor grondgebondenheid
![]() |
Vandaag presenteert het Netwerk Grondig zijn definitie van grondgebondheid voor de melkveehouderij aan leden van de vaste Kamercommissie LNV.
Volgens het netwerk is een bedrijf pas grondgebonden als de fosfaatproductie gelijk is aan of kleiner is dan de plaatsingsruimte voor fosfaat. Daarbij pleiten de opstellers van de definitie voor de invoering van kringloopcontracten als alternatief voor de bestaande voer-mestcontracten, die volgens hen te fraudegevoelig zijn.
Mest én voer
Kringloopcontracten zouden vastgelegd moeten kunnen worden in de gecombineerde opgave. Een kringloopcontract heeft betrekking op grond die melkveehouders gebruiken voor zowel de plaatsing van mest als de teelt van voer, dus niet slechts voor één van beide. Deze grond moet liggen binnen een straal van twintig kilometer van het bedrijf.
Niet grondgebonden, strengere regels
De opstellers nemen nadrukkelijk afstand van definities van grondgebondheid die geen recht doen aan het principe van een balans tussen mestplaatsingsruimte en ruwvoerwinning op een bedrijf.
Bedrijven die niet grondgebonden zijn, zouden volgens het netwerk moeten voldoen aan strengere regels op het gebied van milieu- en mestregelgeving. Hiermee zouden ondernemers geprikkeld worden om toe te werken naar een grondgebonden bedrijfsvoering.
Veehouders en maatschappelijk organisaties
De definitie is opgesteld en ondertekend door een comité van grondgebonden melkveehouders en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, zoals Milieudefensie en Dierenbescherming. Ook de Federatie Particulier Grondbezit steunt de definitie.
Binnenkort ook LTO en NZO
Binnenkort wordt de uitkomst verwacht van het werk van een commissie die in opdracht van LTO en NZO een definitie van grondgebondenheid opstelt.
‘Het zou mooi zijn geweest als we gezamenlijk naar buiten hadden kunnen komen’, erkent Diana Saaman, woordvoerster van het Netwerk Grondig. ‘We hebben ook wel met elkaar gesproken, maar helaas lagen onze visies te ver uit elkaar.’
REAGEER