Maatschappij

Dagelijks gebeld met vragen over wolf en weidegang

Een pootafdruk van een wolf, gefotografeerd door een van de veehouders van dierenartspraktijk Het Drentse Hart
Een pootafdruk van een wolf, gefotografeerd door een van de veehouders van dierenartspraktijk Het Drentse Hart

In de afgelopen drie weken is Dierenartspraktijk Het Drentse Hart uit Beilen meerdere keren opgeroepen om hulp te verlenen bij runderen die slachtoffer zijn geworden van een mogelijke aanval door een wolf.

‘Twee volwassen dieren, drie kalveren en twee pinken werden aangevallen in Midden-Drenthe’, zo somt dierenarts Bernd Hietberg de slachtoffers op. ‘De schrik zit er bij veel boeren in onze praktijk goed in. Ik krijg dagelijks de vraag of weidegang nog wel verantwoord is omdat er mogelijk een wolf in onze regio actief is.’

Juist nu jongvee weiden

Het antwoord op de vraag over weidegang vindt Hietberg lastig. De dierenarts, die ook weidecoach is, geeft aan dat het herfstgras juist nu goed benut kan worden door jongvee. Bovendien is het leren weiden door jongvee belangrijk, zodat ze ook later als koe weten wat grazen is. ‘Door de droge zomer lukte het maandenlang nauwelijks jongvee te leren grazen en een weidediploma te laten halen. De kans dat een wolf runderen aanvalt is klein, maar je wilt het nu eenmaal niet meemaken als boer. Het zijn echt akelige taferelen.’

Minimaal 16 wolvenwelpen

Deze week werd bekend dat er dit jaar minimaal 16 wolvenwelpen in Nederland zijn geboren bij vier wolvenparen. Minimaal drie in het gebied Zuidwest-Drenthe/Zuidoost-Friesland, zes op de Noord-Veluwe, vier op de Midden-Veluwe en drie in Park de Hoge Veluwe. Dit staat in de tussenrapportage over de periode 1 mei tot en met 31 juli 2022 van BIJ12, de organisatie die de activiteit van de wolf in Nederland bijhoudt. ‘Dat aantal ligt in de lijn van de verwachting’, reageert Hietberg. ‘Vanuit Duitsland is bekend dat een wolvenpopulatie gemiddeld 28 procent per jaar toeneemt.’

Kritisch op afhandeling schade

Hietberg plaatst op Twitter regelmatig informatie over de wolf, waarbij hij het opneemt voor de slachtoffers. Zo is hij onder meer kritisch op de afhandeling van de schade. ‘Eerst moet via DNA aangetoond worden of het wel daadwerkelijk een wolf was. Dat duurt een maand en pas maanden later wordt duidelijk welke wolf het was. Het verbaast me dat dat niet sneller kan. Van terugkoppeling is geen sprake, boeren moeten de informatie zelf opzoeken op de internet. Ook wordt de schade bepaald aan de hand van veeprijzen van 2019. Als we als samenleving vinden dat hier wolven mogen leven, dan moeten we de schade die ze veroorzaken vlot en goed vergoeden.’

Machteloosheid en totale plaatje

Hietberg heeft al een aantal dieren moeten euthanaseren als gevolg van ernstige wonden. ‘Ik begrijp de angst van boeren heel goed, ik lig er soms ook wakker van. Het is niet alleen dat dieren gewond kunnen raken, maar koppels jongvee in paniek kunnen ook uitbreken, autowegen op rennen en ongelukken veroorzaken. Als boer ben je dan machteloos, soms duurt het dagen voordat je ze weer teruggevonden hebt in bos of maisvelden.’

Hietberg vindt het ook jammer dat er weinig oog is voor het totale overzicht. ‘De toename van de wolf kan er voor zorgen dat weidegang afneemt. Daardoor wordt gras minder goed benut, gaan koeien meer op stal en neemt de stikstofemissie toe. Als je bepaalde keuzes maakt, moet je wel goed nadenken wat de gevolgen zijn voor het grotere plaatje.’