dinsdag, 19 mei, 2020 In een Zweeds onderzoek wordt een managementsysteem getest waarbij kalf en koe contact kunnen blijven houden. De proef begon in september 2019 en de onderzoekers hebben de eerste resultaten gedeeld. Ondanks dat de proef nog maar enkele maanden loopt, zien de onderzoekers al effecten op melkgift en kalvergroei. Zo is de melkgift uiteraard lager bij de koeien die contact hebben met het kalf dan bij de koeien die geen kalveren zogen. Er is daarnaast een grote variatie tussen het aantal robotbezoeken. Zo zijn er koeien die de robot helemaal niet opzoeken en zijn er koeien die meerdere keren per dag gaan. Kalveren groeien snellerOok bij de kalveren is al een verschil gevonden. De onderzoekers zien dat de kalveren die contact hebben met de koe en ook zogen bij de koe gemiddeld 1,3 kg per dag groeien. De kalveren die niet zogen, groeien in het onderzoek gemiddeld 0,9 kg per dag. Contactgebied en rustruimteIn het systeem wordt gebruik gemaakt van een contactruimte, waar de kalveren bij de koeien kunnen om te drinken. De kalveren hebben daarnaast een ruimte waar geen koeien kunnen komen. De koeien komen in het contactgebied via een selectiepoort. Na een aantal weken kan zo het contact tussen koe en kalf worden afgebouwd en wordt het kalf gespeend. Robotmelken essentieel voor onderzoekDe koeien worden gemolken door een melkrobot, wat volgens de onderzoekers belangrijk is, aangezien de melkrobot per kwartier melkt. De kalveren kiezen vaak voor de voorste spenen, waardoor de melk in de achterste kwartieren vaker blijft zitten. De koeien hebben daarnaast net als de kalveren een rustruimte waar kalveren niet kunnen komen. Meerjarig onderzoekDe kalveren worden tot en met de eerste lactatie gevolgd, zodat ook duidelijk wordt wat de effecten van het opfoksysteem zijn op lange termijn voor groei, gezondheid en gedrag. Het onderzoek zal in totaal ruim drie jaar duren. Volgens de Zweedse onderzoekers werkt het systeem tot nu toe prima. Meer informatie over het onderzoek en een samenvattende video is te vinden op deze Engelstalige website
0 reacties
|
Langdurig onderzoek naar kalf bij koe in Zweden
![]() |
In een Zweeds onderzoek wordt een managementsysteem getest waarbij kalf en koe contact kunnen blijven houden. De proef begon in september 2019 en de onderzoekers hebben de eerste resultaten gedeeld.
Ondanks dat de proef nog maar enkele maanden loopt, zien de onderzoekers al effecten op melkgift en kalvergroei. Zo is de melkgift uiteraard lager bij de koeien die contact hebben met het kalf dan bij de koeien die geen kalveren zogen. Er is daarnaast een grote variatie tussen het aantal robotbezoeken. Zo zijn er koeien die de robot helemaal niet opzoeken en zijn er koeien die meerdere keren per dag gaan.
Kalveren groeien sneller
Ook bij de kalveren is al een verschil gevonden. De onderzoekers zien dat de kalveren die contact hebben met de koe en ook zogen bij de koe gemiddeld 1,3 kg per dag groeien. De kalveren die niet zogen, groeien in het onderzoek gemiddeld 0,9 kg per dag.
Contactgebied en rustruimte
In het systeem wordt gebruik gemaakt van een contactruimte, waar de kalveren bij de koeien kunnen om te drinken. De kalveren hebben daarnaast een ruimte waar geen koeien kunnen komen. De koeien komen in het contactgebied via een selectiepoort. Na een aantal weken kan zo het contact tussen koe en kalf worden afgebouwd en wordt het kalf gespeend.
Robotmelken essentieel voor onderzoek
De koeien worden gemolken door een melkrobot, wat volgens de onderzoekers belangrijk is, aangezien de melkrobot per kwartier melkt. De kalveren kiezen vaak voor de voorste spenen, waardoor de melk in de achterste kwartieren vaker blijft zitten. De koeien hebben daarnaast net als de kalveren een rustruimte waar kalveren niet kunnen komen.
Meerjarig onderzoek
De kalveren worden tot en met de eerste lactatie gevolgd, zodat ook duidelijk wordt wat de effecten van het opfoksysteem zijn op lange termijn voor groei, gezondheid en gedrag. Het onderzoek zal in totaal ruim drie jaar duren. Volgens de Zweedse onderzoekers werkt het systeem tot nu toe prima.
Meer informatie over het onderzoek en een samenvattende video is te vinden op deze Engelstalige website
REAGEER