vrijdag, 27 januari, 2017 Vijf jaar geleden molken 156 melkveebedrijven met een swingovermelkstal, in 2016 waren dit er 419. Daarmee is het aantal bedrijven met een swingovermelkstal bijna verdrievoudigd. Dit blijkt uit de jaarcijfers van Stichting Kwaliteitszorg Onderhoud Melkinstallaties. Na de swingoverstallen steeg het aantal bedrijven met een automatisch melksysteem (AMS) het hardst met 48 procent, van 2.586 bedrijven in 2011 naar 3.840 bedrijven nu. Keuze voor melkstal of AMSPeter Huismans, directeur van Stichting KOM, verklaart de sterkere stijging van het aantal swingoverstallen vooral vanwege de kosten voor deze melkstal. ‘De stal neemt minder ruimte in en dat scheelt kosten’, zo legt hij uit. Daarnaast lijkt de schaalvergroting in de melkveehouderij ook de keuze voor een melkstal boven een AMS te verklaren. ‘Grotere bedrijven hebben vaak toch personeel nodig’, zo gaat Huismans verder. ‘Iemand die kan melken, kan ook voeren of ligboxen schoonmaken. Dit personeelslid kan flexibel worden ingezet.’ De melkrobot neemt wel het melken uit handen, maar de overige arbeid blijft bestaan. Rondje draaien in carrouselVerder stijgt het aantal bedrijven met zij-aan-zijmelkstallen en draaimelkstallen. Vijf jaar geleden stond op 2.857 bedrijven een zij-aan-zijmelkstal, nu zijn dat 3.794 bedrijven. En waar vijf jaar geleden nog op 707 bedrijven de koeien een rondje draaiden in de carrouselmelkstal, zijn dat nu 922 bedrijven. Visgraat op de meeste bedrijvenHet merendeel van de melkveehouders melkt echter in een visgraatmelkstal. Dit aantal neemt wel af: van 9.853 bedrijven in 2011 naar 7.257 bedrijven in 2016. Het aantal bedrijven met een visgraatmelkstal daalt niet zo hard als het aantal bedrijven met een tandem- of een grupstal. Op 561 bedrijven was in 2016 nog een tandemmelkstal in gebruik, tegenover 896 bedrijven in 2011. In 2016 werd nog op 1.223 bedrijven op de grup gemolken, tegenover 1.833 bedrijven in 2011.
0 reacties
|
Bijna drie keer zoveel swingovermelkstallen in vijf jaar
Vijf jaar geleden molken 156 melkveebedrijven met een swingovermelkstal, in 2016 waren dit er 419. Daarmee is het aantal bedrijven met een swingovermelkstal bijna verdrievoudigd.
Dit blijkt uit de jaarcijfers van Stichting Kwaliteitszorg Onderhoud Melkinstallaties. Na de swingoverstallen steeg het aantal bedrijven met een automatisch melksysteem (AMS) het hardst met 48 procent, van 2.586 bedrijven in 2011 naar 3.840 bedrijven nu.
Keuze voor melkstal of AMS
Peter Huismans, directeur van Stichting KOM, verklaart de sterkere stijging van het aantal swingoverstallen vooral vanwege de kosten voor deze melkstal. ‘De stal neemt minder ruimte in en dat scheelt kosten’, zo legt hij uit.
Daarnaast lijkt de schaalvergroting in de melkveehouderij ook de keuze voor een melkstal boven een AMS te verklaren. ‘Grotere bedrijven hebben vaak toch personeel nodig’, zo gaat Huismans verder. ‘Iemand die kan melken, kan ook voeren of ligboxen schoonmaken. Dit personeelslid kan flexibel worden ingezet.’ De melkrobot neemt wel het melken uit handen, maar de overige arbeid blijft bestaan.
Rondje draaien in carrousel
Verder stijgt het aantal bedrijven met zij-aan-zijmelkstallen en draaimelkstallen. Vijf jaar geleden stond op 2.857 bedrijven een zij-aan-zijmelkstal, nu zijn dat 3.794 bedrijven.
En waar vijf jaar geleden nog op 707 bedrijven de koeien een rondje draaiden in de carrouselmelkstal, zijn dat nu 922 bedrijven.
Visgraat op de meeste bedrijven
Het merendeel van de melkveehouders melkt echter in een visgraatmelkstal. Dit aantal neemt wel af: van 9.853 bedrijven in 2011 naar 7.257 bedrijven in 2016.
Het aantal bedrijven met een visgraatmelkstal daalt niet zo hard als het aantal bedrijven met een tandem- of een grupstal. Op 561 bedrijven was in 2016 nog een tandemmelkstal in gebruik, tegenover 896 bedrijven in 2011. In 2016 werd nog op 1.223 bedrijven op de grup gemolken, tegenover 1.833 bedrijven in 2011.
REAGEER