Gras

Zes procent landbouwgrond onder agrarisch natuurbeheer

Het waterpeil verhogen of plasdrasgebieden aanleggen draagt bij aan een betere leefomgeving van weidevogels
Het waterpeil verhogen of plasdrasgebieden aanleggen draagt bij aan een betere leefomgeving van weidevogels

Eind 2021 bedroeg het areaal agrarisch natuurbeheer 103.000 hectare.

Dat is ongeveer zes procent van het areaal cultuurgrond, zo meldt het Compendium voor de Leefomgeving op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Meeste natuurbeheer in Friesland

Sinds 1981 verleent de overheid subsidies om natuur- en landschapswaarden in het agrarisch gebied te behouden. Het grootste deel van deze gelden ging afgelopen jaren naar graslandbeheer ter bescherming van weidevogels. Vooral boeren en organisaties in Friesland en Noord- en Zuid-Holland maakten gebruik van de regelingen. Het areaal nam in de periode van 2009 tot 2017 af en stabiliseerde de laatste jaren rond de 100.000 hectare. De afname is veroorzaakt doordat de subsidieregelingen zich meer richtten op zogenoemde kerngebieden: de belangrijkste gebieden waar de te beschermen soorten voorkomen.

Onvoldoende succesvol?

Over de subsidieverlening klinkt inmiddels kritiek. Onderzoekers constateerden dat ruim 40 jaar beleid voor agrarisch natuurbeheer de achteruitgang van de kenmerkende vogelsoorten zoals de grutto, kievit en tureluur tot nu toe niet kunnen stoppen. Nestbescherming en uitgestelde maaidata hebben onvoldoende gezorgd voor een verbetering van de leefomgeving van weidevogels. Daarvoor is het ontwikkelen van kruidenrijk grasland, minder bemesten en het verhogen van het waterpeil belangrijk, maar volgens het Compendium voor de Leefomgeving is dat lastiger te organiseren omdat het animo daarvoor ontbreekt.