vrijdag, 8 mei, 2020 Vanaf eind mei scherpt Vlaanderen de ibr-regelgeving aan. De extra wetgevende maatregelen in de vorm van een mini-Koninklijk Besluit (KB) moeten zorgen voor het volledig uitroeien van het ibr-virus. Op dit moment is in Vlaanderen meer dan 92 procent van de bedrijven ibr-vrij. Tweede bloedonderzoek verplichtZo geldt vanaf eind mei dat voor alle bedrijven (uitgezonderd I2-afmest) en voor elk verhandeld rund een tweede bloedonderzoek verplicht is 28 tot 50 dagen na aankomst. Ook moeten I2-bedrijven hun dieren vaccineren voordat ze zes maanden oud zijn (in plaats van tien maanden) en uiterlijk twaalf maanden (in plaats van zestien) bij een herhalingsvaccinatie. RisicoanalyseOp vrije bedrijven waar een een verdenking is door bijvoorbeeld de aan- of verkoop van een ibr-drager zullen extra onderzoeken plaatsvinden om de infectiestatus te bepalen. Een bedrijf dat zijn ibr-vrije status verliest door insleep of een klinische ibr-uitbraak, moet een risicoanalyse uitvoeren. Op contactbedrijven vindt dan mogelijk ibr-onderzoek plaats. DGZ en de bedrijfsdierenartsen blijven begeleiding bieden aan probleembedrijven.
0 reacties
|
Vlaanderen scherpt regels aan om 100% ibr-vrij te worden
Vanaf eind mei scherpt Vlaanderen de ibr-regelgeving aan.
De extra wetgevende maatregelen in de vorm van een mini-Koninklijk Besluit (KB) moeten zorgen voor het volledig uitroeien van het ibr-virus. Op dit moment is in Vlaanderen meer dan 92 procent van de bedrijven ibr-vrij.
Tweede bloedonderzoek verplicht
Zo geldt vanaf eind mei dat voor alle bedrijven (uitgezonderd I2-afmest) en voor elk verhandeld rund een tweede bloedonderzoek verplicht is 28 tot 50 dagen na aankomst. Ook moeten I2-bedrijven hun dieren vaccineren voordat ze zes maanden oud zijn (in plaats van tien maanden) en uiterlijk twaalf maanden (in plaats van zestien) bij een herhalingsvaccinatie.
Risicoanalyse
Op vrije bedrijven waar een een verdenking is door bijvoorbeeld de aan- of verkoop van een ibr-drager zullen extra onderzoeken plaatsvinden om de infectiestatus te bepalen. Een bedrijf dat zijn ibr-vrije status verliest door insleep of een klinische ibr-uitbraak, moet een risicoanalyse uitvoeren. Op contactbedrijven vindt dan mogelijk ibr-onderzoek plaats.
DGZ en de bedrijfsdierenartsen blijven begeleiding bieden aan probleembedrijven.
REAGEER