dinsdag, 25 april, 2017 Het succes van een gestructureerde diergezondheidsaanpak op bedrijfsniveau is afhankelijk van de veehouder, zo blijkt uit onderzoek van promovendus David Speksnijder. Als de veehouder zelf de doelen en actiepunten formuleert, voelt deze zich meer verantwoordelijk om deze doelen ook te halen. Speksnijder promoveert vandaag, 25 april, op dit onderzoek aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Gestructureerde aanpakEen gestructureerde aanpak – met een team van adviseurs en een procesbegeleider – bleek inderdaad bij te dragen aan een goede uitvoering van preventieve maatregelen. Maar liefst 74 procent van de afgesproken maatregelen en doelstellingen werd gehaald. Ook het antibioticagebruik werd op de deelnemende bedrijven gereduceerd. De dierdagdosering per dierjaar daalde van gemiddeld 3,75 in de interventiegroep naar iets meer dan 2,50 eenheden. Geen relatie diergezondheid en antibioticagebruikSpeksnijder vond geen relatie tussen diergezondheid en antibioticagebruik. Hij wijst hier ook op de rol van de individuele veehouder. ‘De een wil bij een paar vlokjes in de melk al behandelen, terwijl de ander het nog even aanziet en afwacht. Dat sterkt de overtuiging dat de veehouder zelf een belangrijke rol speelt in een succesvolle diergezondheidsaanpak.’ OnderzoekVerwacht werd dat een gestructureerde diergezondheidsplanning een positief effect heeft op de uitvoering van preventieve maatregelen, de diergezondheid verbetert en het antibioticagebruik vermindert. Dierenartsen kregen in het onderzoek een training adviesvaardigheden. Daarnaast werd een onafhankelijke procesbegeleider aangesteld op het melkveebedrijf. Aan het onderzoek naar de belangrijkste factoren voor een succesvolle diergezondheidsaanpak deden 35 bedrijven mee.
0 reacties
|
Veehouder bepaalt succes diergezondheidsaanpak op het bedrijf
Het succes van een gestructureerde diergezondheidsaanpak op bedrijfsniveau is afhankelijk van de veehouder, zo blijkt uit onderzoek van promovendus David Speksnijder.
Als de veehouder zelf de doelen en actiepunten formuleert, voelt deze zich meer verantwoordelijk om deze doelen ook te halen. Speksnijder promoveert vandaag, 25 april, op dit onderzoek aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.
Gestructureerde aanpak
Een gestructureerde aanpak – met een team van adviseurs en een procesbegeleider – bleek inderdaad bij te dragen aan een goede uitvoering van preventieve maatregelen. Maar liefst 74 procent van de afgesproken maatregelen en doelstellingen werd gehaald.
Ook het antibioticagebruik werd op de deelnemende bedrijven gereduceerd. De dierdagdosering per dierjaar daalde van gemiddeld 3,75 in de interventiegroep naar iets meer dan 2,50 eenheden.
Geen relatie diergezondheid en antibioticagebruik
Speksnijder vond geen relatie tussen diergezondheid en antibioticagebruik. Hij wijst hier ook op de rol van de individuele veehouder. ‘De een wil bij een paar vlokjes in de melk al behandelen, terwijl de ander het nog even aanziet en afwacht. Dat sterkt de overtuiging dat de veehouder zelf een belangrijke rol speelt in een succesvolle diergezondheidsaanpak.’
Onderzoek
Verwacht werd dat een gestructureerde diergezondheidsplanning een positief effect heeft op de uitvoering van preventieve maatregelen, de diergezondheid verbetert en het antibioticagebruik vermindert. Dierenartsen kregen in het onderzoek een training adviesvaardigheden.
Daarnaast werd een onafhankelijke procesbegeleider aangesteld op het melkveebedrijf. Aan het onderzoek naar de belangrijkste factoren voor een succesvolle diergezondheidsaanpak deden 35 bedrijven mee.
REAGEER