maandag, 14 maart, 2022 De Nederlandse vleesveehouderij wil zich bij de bestrijding van ibr en bvd collegiaal opstellen naar de melkveehouderij. Maar de sector vraagt hier ook iets voor terug. ‘Het zou rechtvaardig zijn als de sector die het meest profiteert van een ibr- en bvd-vrijstatus, meebetaalt voor de sector die hier veel minder baat bij heeft’, vindt Wouter Hartendorf, voorzitter van de vakgroep Vleesveehouderij van LTO Nederland. Afweging kosten en batenDe Nederlandse melkveehouderij is voortrekker in de bestrijding van ibr en bvd. Vleesveehouders zien van een ziektevrije status niet direct financieel voordeel, maar moeten wel kosten maken. ‘Ik begrijp de argumenten van veehouders die dit niet zien zitten’, reageert Hartendorf. ‘Maar ik ken ook vleesveehouders die vinden dat onze sector veel meer werk zou moeten maken van de bestrijding van dierziekten. Ook wij hebben immers belang bij een gezonde veestapel. Is het niet voor onze eigen portemonnee en gemoedsrust, dan wel voor het imago van ons product’, geeft hij aan. Kosten eerlijk verdelenHartendorf vertegenwoordigt vleesveehouders in de themagroep Diergezondheid en Dierwelzijn van ZuivelNL, waarin de bestrijding van besmettelijke dierziekten met alle sectoren in de rundveehouderij wordt afgestemd. Hij vindt dat de vleesveesector een strategische positie moet innemen als het gaat om de bestrijding van ibr en bvd. ‘Wij willen ons collegiaal opstellen. Maar dat betekent ook dat wij een collegiale oplossing mogen vragen voor de verdeling van de kosten. Het zou niet meer dan rechtvaardig zijn als de sector die het meest profiteert van de ibr- en bvd-vrijstatus, meebetaalt voor de sector die hier veel minder baat bij heeft’, stelt hij. Volgend jaar wettelijke plichtNu de overheid de bestrijding van ibr vanaf 1 januari 2023 wettelijk verplicht, zullen alle vleesveehouders – ook die met een kleine veestapel – aan de slag moeten. ‘We hebben geen keus meer’, benadrukt de LTO-vakgroepvoorzitter. ‘Maar wij zullen ons hard blijven maken voor bestrijdingsprogramma’s die voor vleesveehouders betaalbaar en praktisch uitvoerbaar zijn.’ Een achtergrondverhaal over de bestrijding van ibr en bvd leest u in het maartnummer van Veeteelt, dat eind deze week verschijnt.
1 reactie
|
LTO Vleesvee vraagt collegialiteit bij bestrijden ibr en bvd
![]() |
De Nederlandse vleesveehouderij wil zich bij de bestrijding van ibr en bvd collegiaal opstellen naar de melkveehouderij. Maar de sector vraagt hier ook iets voor terug.
‘Het zou rechtvaardig zijn als de sector die het meest profiteert van een ibr- en bvd-vrijstatus, meebetaalt voor de sector die hier veel minder baat bij heeft’, vindt Wouter Hartendorf, voorzitter van de vakgroep Vleesveehouderij van LTO Nederland.
Afweging kosten en baten
De Nederlandse melkveehouderij is voortrekker in de bestrijding van ibr en bvd. Vleesveehouders zien van een ziektevrije status niet direct financieel voordeel, maar moeten wel kosten maken. ‘Ik begrijp de argumenten van veehouders die dit niet zien zitten’, reageert Hartendorf. ‘Maar ik ken ook vleesveehouders die vinden dat onze sector veel meer werk zou moeten maken van de bestrijding van dierziekten. Ook wij hebben immers belang bij een gezonde veestapel. Is het niet voor onze eigen portemonnee en gemoedsrust, dan wel voor het imago van ons product’, geeft hij aan.
Kosten eerlijk verdelen
Hartendorf vertegenwoordigt vleesveehouders in de themagroep Diergezondheid en Dierwelzijn van ZuivelNL, waarin de bestrijding van besmettelijke dierziekten met alle sectoren in de rundveehouderij wordt afgestemd. Hij vindt dat de vleesveesector een strategische positie moet innemen als het gaat om de bestrijding van ibr en bvd. ‘Wij willen ons collegiaal opstellen. Maar dat betekent ook dat wij een collegiale oplossing mogen vragen voor de verdeling van de kosten. Het zou niet meer dan rechtvaardig zijn als de sector die het meest profiteert van de ibr- en bvd-vrijstatus, meebetaalt voor de sector die hier veel minder baat bij heeft’, stelt hij.
Volgend jaar wettelijke plicht
Nu de overheid de bestrijding van ibr vanaf 1 januari 2023 wettelijk verplicht, zullen alle vleesveehouders – ook die met een kleine veestapel – aan de slag moeten. ‘We hebben geen keus meer’, benadrukt de LTO-vakgroepvoorzitter. ‘Maar wij zullen ons hard blijven maken voor bestrijdingsprogramma’s die voor vleesveehouders betaalbaar en praktisch uitvoerbaar zijn.’
Een achtergrondverhaal over de bestrijding van ibr en bvd leest u in het maartnummer van Veeteelt, dat eind deze week verschijnt.
Reacties
Waar zijn jullie mee bezig Ik
REAGEER