maandag, 17 augustus, 2020 Dat koeien met een hoog celgetal minder melk produceren is bekend. Dit effect treedt echter niet pas op vanaf extreem hoge celgetalwaarden, zo blijkt uit Braziliaans onderzoek waarover GD schrijft. Bij een koecelgetal vanaf 12.400 cellen/milliliter melk is dat al nadelig voor de productie. Elke verhoging van het celgetal kost dus melk, zo laat het onderzoek onder 32.000 hf-melkkoeien op 240 melkveebedrijven in Brazilië zien. De druk op de melkproductie is het gevolg van een subklinische mastitis, een door een mastitisverwekker veroorzaakte ontsteking in een kwartier, die een hoog celgetal veroorzaakt. Omgevingsgebonden kiemenWat de productie betreft kan het celgetal dus nooit te laag zijn, zo schrijft GD. De kans dat koeien met een laag celgetal vaker een klinische mastitis krijgen, verwijst GD naar het rijk der fabelen. Een laag celgetal betekent volgens GD dat koegebonden bacteriën zoals S. aureus geen of een kleine rol spelen. De omgevingsgebonden kiemen die klinische mastitis veroorzaken blijven in gelijke hoeveelheden aanwezig, of het celgetal nu hoog of laag is. Zonder oog voor hygiëne komen deze infecties evenveel voor. De kans op het optreden van een mastitis veroorzaakt door omgevingsgebonden kiemen zoals E. coli wordt, naast een goede hygiëne, volgens GD bepaald door het ziekmakend vermogen van de bacterie en de weerstand van de uier tegen de infecties.
0 reacties
|
Druk op melkproductie bij celgetal boven 12.400 cellen/ml
Dat koeien met een hoog celgetal minder melk produceren is bekend. Dit effect treedt echter niet pas op vanaf extreem hoge celgetalwaarden, zo blijkt uit Braziliaans onderzoek waarover GD schrijft.
Bij een koecelgetal vanaf 12.400 cellen/milliliter melk is dat al nadelig voor de productie. Elke verhoging van het celgetal kost dus melk, zo laat het onderzoek onder 32.000 hf-melkkoeien op 240 melkveebedrijven in Brazilië zien. De druk op de melkproductie is het gevolg van een subklinische mastitis, een door een mastitisverwekker veroorzaakte ontsteking in een kwartier, die een hoog celgetal veroorzaakt.
Omgevingsgebonden kiemen
Wat de productie betreft kan het celgetal dus nooit te laag zijn, zo schrijft GD. De kans dat koeien met een laag celgetal vaker een klinische mastitis krijgen, verwijst GD naar het rijk der fabelen. Een laag celgetal betekent volgens GD dat koegebonden bacteriën zoals S. aureus geen of een kleine rol spelen.
De omgevingsgebonden kiemen die klinische mastitis veroorzaken blijven in gelijke hoeveelheden aanwezig, of het celgetal nu hoog of laag is. Zonder oog voor hygiëne komen deze infecties evenveel voor. De kans op het optreden van een mastitis veroorzaakt door omgevingsgebonden kiemen zoals E. coli wordt, naast een goede hygiëne, volgens GD bepaald door het ziekmakend vermogen van de bacterie en de weerstand van de uier tegen de infecties.
REAGEER