vrijdag, 6 maart, 2020 In 2019 onderzocht Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) ruim 4000 verwerpers van rundveebedrijven. Tijdens de autopsie kon in ongeveer 22 procent van de gevallen een oorzaak van abortus vastgesteld worden. Het ging voornamelijk om marmering van de achterhandspieren – wat kan wijzen op seleniumgebrek – meerlingdracht en abortus door bacteriën. De aangeboren afwijking artrogrypose, of vervormde gewrichten, werd bij 75 foetussen vastgesteld. 20 verwerpers positief voor schmallenbergDGZ teste foetussen met verdachte afwijkingen ook op het schmallenberg- of blauwtongvirus. Geen enkele foetus testte positief voor blauwtong, maar voor schmallenberg testten er 20 positief. Vorig jaar was dat er één. Ook trof DGZ vaker antistoffen tegen neospora aan. In 2018 was dat bij 15 procent van de onderzochte verwerpers het geval, in 2019 steeg dat naar bijna 17 procent. Bvd trof DGZ nauwelijks aan. Slechts 0,14 procent van de foetussen was positief voor het bvd-antigen. In 2013 lag dat percentage nog op 2,5. Omgevingskiemen bij een kwartOok bacteriologisch en mycologisch onderzoek leverde heel wat diagnoses op. In een kwart van de gevallen werden omgevingskiemen geïsoleerd. Abortussen veroorzaakt door deze kiemen, kunnen onder andere voorkomen bij hygiëneproblemen of een verminderde afweer (bijvoorbeeld als gevolg van bvd-circulatie, seleniumtekort, parasitaire infecties of slechte voedingstoestand). In ongeveer 12 procent van de gevallen werd Trueperella pyogenes geïsoleerd. Deze kiem kan voorkomen in het geval van dikke hakken, schurft of pensverzuring.
0 reacties
|
DGZ vindt bij 22 procent van verwerpers oorzaak
In 2019 onderzocht Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) ruim 4000 verwerpers van rundveebedrijven. Tijdens de autopsie kon in ongeveer 22 procent van de gevallen een oorzaak van abortus vastgesteld worden.
Het ging voornamelijk om marmering van de achterhandspieren – wat kan wijzen op seleniumgebrek – meerlingdracht en abortus door bacteriën. De aangeboren afwijking artrogrypose, of vervormde gewrichten, werd bij 75 foetussen vastgesteld.
20 verwerpers positief voor schmallenberg
DGZ teste foetussen met verdachte afwijkingen ook op het schmallenberg- of blauwtongvirus. Geen enkele foetus testte positief voor blauwtong, maar voor schmallenberg testten er 20 positief. Vorig jaar was dat er één.
Ook trof DGZ vaker antistoffen tegen neospora aan. In 2018 was dat bij 15 procent van de onderzochte verwerpers het geval, in 2019 steeg dat naar bijna 17 procent.
Bvd trof DGZ nauwelijks aan. Slechts 0,14 procent van de foetussen was positief voor het bvd-antigen. In 2013 lag dat percentage nog op 2,5.
Omgevingskiemen bij een kwart
Ook bacteriologisch en mycologisch onderzoek leverde heel wat diagnoses op. In een kwart van de gevallen werden omgevingskiemen geïsoleerd. Abortussen veroorzaakt door deze kiemen, kunnen onder andere voorkomen bij hygiëneproblemen of een verminderde afweer (bijvoorbeeld als gevolg van bvd-circulatie, seleniumtekort, parasitaire infecties of slechte voedingstoestand).
In ongeveer 12 procent van de gevallen werd Trueperella pyogenes geïsoleerd. Deze kiem kan voorkomen in het geval van dikke hakken, schurft of pensverzuring.
REAGEER