vrijdag, 24 juni, 2016 Veehouders die gegevens over het celgetal uit de melkrobot gebruiken, hebben minder gevallen van mastitis dan veehouders die die gegevens niet gebruiken, zo blijkt uit een klein onderzoek van Lely. Lely analyseerde het droogzetgedrag van vijf melkveehouders die de beschikking kregen over celgetaldata uit de melkrobot. De onderzoekers vergeleken het aantal mastitisgevallen van de periodes vóór- en nádat de celgetaldata van de robot beschikbaar waren. Bij koeien die geen droogzetter kregen voordat de robotdata beschikbaar waren, kreeg 8,3 procent mastitis in de eerste 30 dagen na afkalven. Van de koeien die geen droogzetter kregen nadat de celgetaldata uit de robot beschikbaar kwamen, kreeg maar 3,6 procent mastitis (zie tabel). Minder mastitis bij gebruik robotdataOok bij de koeien die wel een droogzetter kregen is een dergelijk verschil te zien. Van de koeien die werden drooggezet voor de robotdata beschikbaar waren, kreeg 9,9 procent mastitis. Na de tijd kreeg nog 5,4 procent van deze koeien mastitis in de eerste 30 dagen van de lactatie (zie tabel). Percentage koeien met mastitis (totaal aantal is 1.697) dat wel of niet met een droogzetter is behandeld, voor- en nadat de celgetaldata uit de robot beschikbaar waren.
Totaal aantal droogzetters bleef gelijkHet totaal aantal koeien dat een droogzetter kreeg bleef hetzelfde. Dat geeft aan dat veehouders die celgetaldata van de robot gebruikten niet méér koeien met een droogzetter gingen behandelen. Minder mastitisgevallen‘Lely heeft niet onderzocht hoe de veehouders de celgetaldata uit de robot precies gebruiken’, vertelde Anneke Gouw van Lely op een congres over precisielandbouw in Leeuwarden. ‘Maar het blijkt wel dat ze met die informatie betere beslissingen maken op het gebied van selectief droogzetten.’
0 reacties
|
Beter selectief droogzetten met celgetalgegevens uit de robot
![]() |
Veehouders die gegevens over het celgetal uit de melkrobot gebruiken, hebben minder gevallen van mastitis dan veehouders die die gegevens niet gebruiken, zo blijkt uit een klein onderzoek van Lely.
Lely analyseerde het droogzetgedrag van vijf melkveehouders die de beschikking kregen over celgetaldata uit de melkrobot. De onderzoekers vergeleken het aantal mastitisgevallen van de periodes vóór- en nádat de celgetaldata van de robot beschikbaar waren. Bij koeien die geen droogzetter kregen voordat de robotdata beschikbaar waren, kreeg 8,3 procent mastitis in de eerste 30 dagen na afkalven. Van de koeien die geen droogzetter kregen nadat de celgetaldata uit de robot beschikbaar kwamen, kreeg maar 3,6 procent mastitis (zie tabel).
Minder mastitis bij gebruik robotdata
Ook bij de koeien die wel een droogzetter kregen is een dergelijk verschil te zien. Van de koeien die werden drooggezet voor de robotdata beschikbaar waren, kreeg 9,9 procent mastitis. Na de tijd kreeg nog 5,4 procent van deze koeien mastitis in de eerste 30 dagen van de lactatie (zie tabel).
Percentage koeien met mastitis (totaal aantal is 1.697) dat wel of niet met een droogzetter is behandeld, voor- en nadat de celgetaldata uit de robot beschikbaar waren.
Drooggezet met droogzetter? | Celgetaldata uit robot beschikbaar? | Percentage mastitisgevallen |
nee | nee | 8,3% |
nee | ja | 3,6% |
ja | nee | 9,9% |
ja | ja | 5,4% |
Totaal aantal droogzetters bleef gelijk
Het totaal aantal koeien dat een droogzetter kreeg bleef hetzelfde. Dat geeft aan dat veehouders die celgetaldata van de robot gebruikten niet méér koeien met een droogzetter gingen behandelen.
Minder mastitisgevallen
‘Lely heeft niet onderzocht hoe de veehouders de celgetaldata uit de robot precies gebruiken’, vertelde Anneke Gouw van Lely op een congres over precisielandbouw in Leeuwarden. ‘Maar het blijkt wel dat ze met die informatie betere beslissingen maken op het gebied van selectief droogzetten.’
REAGEER