vrijdag, 12 april, 2013 Kort voordat de uitbraak van bvd type 2 groot nieuws werd in de agrarische pers sprak ik toevallig een dierenarts die net een besmet bedrijf had bezocht. Hij is inmiddels al jarenlang dierenarts en heeft dramatische veeziekten als mond- en klauwzeer van dichtbij meegemaakt. Toch was hij zwaar onder de indruk van het heftige ziektebeeld en de veertig procent sterfte door de bvd-variant. Het gesprek met deze dierenarts gaf des te meer aanleiding om de bvd-situatie niet te luchtig op te pakken. Reactie vleeskalverhouderijHet nieuws bracht direct reactie uit de praktijk op gang. Verrassend kwam die als eerste uit de melkveehouderij of beter gezegd uit de fokkerij. De wintershow Zwolle en het veebeoordelen voor vrouwen werden afgelast uit angst voor verspreiding. Maar eigenlijk zou je als eerste reactie vanuit de vleeskalverhouderij verwachten, die met de import van Duitse kalveren waarschijnlijk het virus binnen de landsgrenzen heeft gehaald. Het duurde, ondanks de oproep van onder andere NMV, meer dan een week voordat de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector een importverbod afkondigde voor kalveren uit de besmette gebieden in Duitsland. Spelen de organisaties van keuringen nu paniekvoetbal of is de vleeskalverhouderij te laks? Bijna 900.000 importkalverenMet het nieuws over de bvd-uitbraak doken er direct overal weer meningen op over dierziektebestrijdingsprogramma’s en het aan banden leggen van vee-import. En laten die twee onderwerpen nu precies verrassend nauw met elkaar verbonden zijn in de huidige bvd-situatie. Het virus is Nederland binnengekomen via in ieder geval één van de bijna 900.000 kalveren die de vleesveehouderij jaarlijks importeert. En dat kalf komt dan uitgerekend uit een land dat ook nog eens een hogere gezondheidsstatus heeft dan Nederland. Een klinkend gezondheidscertificaat is dus geen garantie voor het uitblijven van besmettelijke dierziekten. Stierkalveren geld waardHoe dan ook is de bron van besmettelijke dierziekten vaak diertransporten. ‘Beperk de kalverimport’ werd de afgelopen weken daarom weer regelmatig gehoord. Maar heeft de melkveehouderij ook niet veel te danken aan de vleeskalverhouderij? Stierkalveren zijn tenslotte nog altijd geld waard in Nederland. Is het misschien toch mogelijk om de economische waarde van de kalverhouderij te behouden en tegelijkertijd de risico’s van diertransporten te beperken? En ja, ook keuringen maken zich natuurlijk schuldig aan diertransporten. Al zijn de organisaties daarvan wel de eersten die bij een dreiging besluiten dieren niet te transporteren.
0 reacties
|
Vraagtekens bij diertransporten
Kort voordat de uitbraak van bvd type 2 groot nieuws werd in de agrarische pers sprak ik toevallig een dierenarts die net een besmet bedrijf had bezocht. Hij is inmiddels al jarenlang dierenarts en heeft dramatische veeziekten als mond- en klauwzeer van dichtbij meegemaakt. Toch was hij zwaar onder de indruk van het heftige ziektebeeld en de veertig procent sterfte door de bvd-variant. Het gesprek met deze dierenarts gaf des te meer aanleiding om de bvd-situatie niet te luchtig op te pakken.
Reactie vleeskalverhouderij
Het nieuws bracht direct reactie uit de praktijk op gang. Verrassend kwam die als eerste uit de melkveehouderij of beter gezegd uit de fokkerij. De wintershow Zwolle en het veebeoordelen voor vrouwen werden afgelast uit angst voor verspreiding.
Maar eigenlijk zou je als eerste reactie vanuit de vleeskalverhouderij verwachten, die met de import van Duitse kalveren waarschijnlijk het virus binnen de landsgrenzen heeft gehaald. Het duurde, ondanks de oproep van onder andere NMV, meer dan een week voordat de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector een importverbod afkondigde voor kalveren uit de besmette gebieden in Duitsland. Spelen de organisaties van keuringen nu paniekvoetbal of is de vleeskalverhouderij te laks?
Bijna 900.000 importkalveren
Met het nieuws over de bvd-uitbraak doken er direct overal weer meningen op over dierziektebestrijdingsprogramma’s en het aan banden leggen van vee-import. En laten die twee onderwerpen nu precies verrassend nauw met elkaar verbonden zijn in de huidige bvd-situatie. Het virus is Nederland binnengekomen via in ieder geval één van de bijna 900.000 kalveren die de vleesveehouderij jaarlijks importeert. En dat kalf komt dan uitgerekend uit een land dat ook nog eens een hogere gezondheidsstatus heeft dan Nederland. Een klinkend gezondheidscertificaat is dus geen garantie voor het uitblijven van besmettelijke dierziekten.
Stierkalveren geld waard
Hoe dan ook is de bron van besmettelijke dierziekten vaak diertransporten. ‘Beperk de kalverimport’ werd de afgelopen weken daarom weer regelmatig gehoord. Maar heeft de melkveehouderij ook niet veel te danken aan de vleeskalverhouderij? Stierkalveren zijn tenslotte nog altijd geld waard in Nederland. Is het misschien toch mogelijk om de economische waarde van de kalverhouderij te behouden en tegelijkertijd de risico’s van diertransporten te beperken? En ja, ook keuringen maken zich natuurlijk schuldig aan diertransporten. Al zijn de organisaties daarvan wel de eersten die bij een dreiging besluiten dieren niet te transporteren.
REAGEER