Fokkerij

Zorgen over nieuwe vem- en BEX-waardering bij oud-Hollandse rassen

Fh-koeien zijn minder zwaar dan holsteinkoeien en nemen daardoor minder voer op
Fh-koeien zijn minder zwaar dan holsteinkoeien en nemen daardoor minder voer op

Melkveebedrijven die oud-Hollandse koeienrassen houden, zijn niet gebaat bij de inschattingen van voeropname en lichaamsgewicht volgens het nieuwe vem2022-systeem.

Het voornemen om die nieuwe vem-waardering te gebruiken in de KringloopWijzer en de bedrijfsspecifieke excretienormen (BEX), kan op papier voor hogere mestproducties en methaanuitstoot per bedrijf zorgen, zo schrijft het bestuur van de FH-vereniging in de Fries-Hollandse Koekrant. 

Minder melk, hogere excretienormen

In het nieuwe vem2022-systeem worden andere onderhoudsbehoeften voor energie aangehouden, omdat koeien afgelopen decennia zwaarder zijn geworden en meer melk zijn gaan geven. Ook wordt er een fors hogere energiebehoefte (+26%) toegeschreven aan droge koeien. De aanpassingen kunnen bij gemiddelde excrectienormen in BEX vooral bij bedrijven met een lagere productie (minder dan 9000 kg melk) zorgen voor een toename van de N- en P-excretie tussen de 4 en 10 procent.   

Dubbeldoelkoeien zijn lichter

Volgens het fh-bestuur wordt in het forfaitaire systeem de voeropname van de Fries-Hollandse koeien overschat. In het nieuwe systeem wordt er rekening mee gehouden dat koeien gemiddeld 675 kg zwaar zijn, maar dat is bij fh-koeien geen praktijk. Toch worden fh-veestapels aan dezelfde normen gehouden, omdat er geen wetenschappelijke onderzoek is dat andere gewichten aantoont. Er zijn volgens het fh-bestuur wel plannen om koeien van zeldzame huisdierrassen te wegen in bijvoorbeeld melkrobots, maar financiering voor dergelijk onderzoek is moeilijk.

Het fh-bestuur wijst er ook op dat bij dubbeldoelkoeien een groter deel van het lichaamsgewicht veroorzaakt wordt door bespiering en relatief minder door het spijsverteringskanaal zoals bij holsteinkoeien. Het bestuur roept beleidsmakers op om betrouwbare modellen voor de voerbehoefte van oud-Hollandse rassen te maken, waarbij rekening gehouden moet worden met een afwijkend (metabolisch) gewicht van oud-Hollandse rassen.