donderdag, 9 februari, 2017 Tussen bedrijven, binnen koefamilies en tussen dochters van stieren is er een duidelijke genetische variatie in het ureumgehalte. Dat komt naar voren in een analyse van DLV Advies voor het praktijknetwerk 'Voer voor minder ammoniak'. Voor de analyse werden de fokwaarden voor ureum van 1200 koeien van 9 melkveebedrijven geanalyseerd. 30 procent heeft negatieve fokwaardeUit de analyse blijkt dat bij de fokwaarde ureum de waarden het meest tussen -1 en +2 liggen, met uitschieters naar -4 en +5. Daaruit blijkt dat 30 procent van de melkkoeien een negatieve fokwaarde heeft, wat positief is voor ureumverlaging. De fokwaarde 0 komt overigens overeen met koeien uit 2010, die een gemiddeld ureumgehalte van 20 hebben. Variatie binnen stieren en koefamiliesDe gemiddelde fokwaarde voor ureum per bedrijf was 0,26, met een variatie die liep van -0,04 tot 0,41. Ook de fokwaarden van ureum voor stieren variëren, van -5 tot +8 voor stieren. Tussen koefamilies verschillen de fokwaarden van -1 tot +1. Meer financieel voordeelDe deelnemers in het praktijknetwerk gaven aan dat ze waarde hechten aan het beschikbaar hebben van de fokwaarde voor ureum van stieren. Goede gebruikskoeien zullen er echter niet op geselecteerd worden bij de uitstoot. De meerwaarde voor ureum wordt dus wel gezien, maar er moet meer financieel voordeel te halen zijn. Daarom wordt in het project ook nog gezocht naar het verband tussen de fokwaarde voor ureum en de eiwitbenutting uit het rantsoen.
0 reacties
|
Ureumgehalte kent veel genetische variatie
Tussen bedrijven, binnen koefamilies en tussen dochters van stieren is er een duidelijke genetische variatie in het ureumgehalte.
Dat komt naar voren in een analyse van DLV Advies voor het praktijknetwerk 'Voer voor minder ammoniak'. Voor de analyse werden de fokwaarden voor ureum van 1200 koeien van 9 melkveebedrijven geanalyseerd.
30 procent heeft negatieve fokwaarde
Uit de analyse blijkt dat bij de fokwaarde ureum de waarden het meest tussen -1 en +2 liggen, met uitschieters naar -4 en +5. Daaruit blijkt dat 30 procent van de melkkoeien een negatieve fokwaarde heeft, wat positief is voor ureumverlaging. De fokwaarde 0 komt overigens overeen met koeien uit 2010, die een gemiddeld ureumgehalte van 20 hebben.
Variatie binnen stieren en koefamilies
De gemiddelde fokwaarde voor ureum per bedrijf was 0,26, met een variatie die liep van -0,04 tot 0,41. Ook de fokwaarden van ureum voor stieren variëren, van -5 tot +8 voor stieren. Tussen koefamilies verschillen de fokwaarden van -1 tot +1.
Meer financieel voordeel
De deelnemers in het praktijknetwerk gaven aan dat ze waarde hechten aan het beschikbaar hebben van de fokwaarde voor ureum van stieren. Goede gebruikskoeien zullen er echter niet op geselecteerd worden bij de uitstoot. De meerwaarde voor ureum wordt dus wel gezien, maar er moet meer financieel voordeel te halen zijn. Daarom wordt in het project ook nog gezocht naar het verband tussen de fokwaarde voor ureum en de eiwitbenutting uit het rantsoen.
REAGEER