Voersaldo daalt bij meer dan 25 kg krachtvoer per 100 kg meetmelk
Een kilo krachtvoer moet minimaal vier kilo extra meetmelk opleveren voor een positieve bijdrage aan het voersaldo.
Dit stelt Tim van Noord van PPP Agro Advies op basis van een analyse van cijfers van de bedrijven die deelnemen aan het project Home Made Eiwit.
Geen verband tussen voersaldo en dagproductie
Als de melkprijs hoog is, redeneren veehouders volgens Van Noord vaak dat het goed uit kan om de productie per koe te verhogen door extra krachtvoer te verstrekken. Uit de cijfers blijkt echter dat er geen verband is tussen het voersaldo (melkopbrengst min kosten voor aangekocht voer) per kg melk en de gemiddelde dagproductie per koe. Dit komt onder andere doordat extra krachtvoer eigen ruwvoer verdringt.
Lager krachtvoerverbruik, hoger voersaldo
Van Noord zag wel een duidelijk verband tussen het krachtvoerverbruik per kg meetmelk en het voersaldo per kg meetmelk. ‘Hoe lager het krachtvoerverbruik, hoe hoger het voersaldo’, stelt hij. Op bedrijven die meer dan 25 kg krachtvoer per 100 kg meetmelk voeren, daalt het voersaldo. Een kilo krachtvoer moet dus minimaal vier kilo extra meetmelk opleveren voor een positieve bijdrage aan het voersaldo. Als dit niet lukt, stijgt de hoeveelheid krachtvoer per 100 kg meetmelk. ‘Dit betekent een lagere efficiëntie en ook een lager voersaldo’, aldus Van Noord.
Kwaliteit ruwvoer allesbepalend
Volgens de adviseur zijn er verschillende mogelijkheden om het krachtvoerverbruik te beperken tot maximaal 25 kg per 100 kg meetmelk. Dat begint bij werken aan een goede kwaliteit van het eigen ruwvoer door onder andere een zorgvuldig in- en uitkuilmanagement. Ook maximaal gebruik maken van de hoge voederwaarde van vers gras helpt om het krachtvoerverbruik te drukken. Daarbij moeten veehouders ook niet bang zijn om, als de omstandigheden het toelaten, de krachtvoerkraan dicht te draaien. Maar ook om tijdig weer meer krachtvoer te voeren als dat nodig is.