donderdag, 5 maart, 2020 Onvoldoende transparantie, onderschatting van de invloed van buitenlandse stikstofuitstoot, niet volledig gebruikmaken van de nieuwste inzichten over stikstofemissies en beperkte metingen om rekenmodellen te valideren. Dat zijn enkele conclusies van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof, dat vandaag het rapport ‘Niet uit de lucht gegrepen’ presenteerde in Den Haag. Ondanks dat het adviescollege (ook wel commissie-Hordijk genoemd) stelt dat de wetenschappelijke kwaliteit van de meet- en rekenmethodiek rondom stikstof ‘voldoende’ is, staat het 60 pagina’s tellende rapport vol aanbevelingen. Overzicht informatie is lastigZo stelt de commissie dat bij de berekeningen regelmatig de opdrachtgever en de uitvoerder dezelfde partij bleken te zijn. Dat komt de objectiviteit en transparantie van de rekenmodellen niet ten goede. Zelfs de onderzoekers geven aan dat het ‘enige moeite heeft gekost om een samenhangend overzicht te krijgen van welke wetenschappelijke data, metingen en modellen precies waarvoor gebruikt worden en waar één en ander is vastgelegd’. Onderzoekers van het Mesdag Zuivelfonds hebben al vaker gewezen op gebrek aan transparantie van de stikstofberekeningen. Geen actuele onderzoeken in rekenmodellenVolgens het rapport, dat in opdracht van de minister van Landbouw is opgesteld, dienen sommige emissieberekeningen verbeterd te worden, omdat berekende concentraties niet genoeg overeenkomen met metingen. Ook blijkt dat er weinig is gedaan in de rekenmodellen met recente onderzoeken. Daarbij wordt gewezen naar onderzoeken waaruit bleek dat emissies bij het bemesten van grasland mogelijk met 10 procent worden overschat en dat stalemissies mogelijk 15 procent worden onderschat. Meer metingen noodzakelijkDe onderzoekers constateren ook dat door bezuinigingen het aantal stikstofmetingen verminderd is en de rekenmodellen vooral zijn gebaseerd op al bestaande meetgegevens. De commissie adviseert daarom ook het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) van de huidige zes naar minimaal acht meetstations uit te breiden. Ook vindt de commissie dat er meer verschillende varianten van stikstof gemeten moeten worden en dat het volgen van alleen de NH3- concentraties via deze metingen ‘onvoldoende is voor het beleid’. De onderzoekers hadden nog te weinig tijd om de rekenmodellen van het rekenmodel Aerius te toetsen. Daarmee gaan ze aan de slag in de tweede fase van het onderzoek, dat in de zomer van dit jaar afgerond moet zijn. Klik hier om het hele rapport te lezen.
0 reacties
|
Veel kritiek op stikstofberekeningen door commissie-Hordijk
![]() |
Onvoldoende transparantie, onderschatting van de invloed van buitenlandse stikstofuitstoot, niet volledig gebruikmaken van de nieuwste inzichten over stikstofemissies en beperkte metingen om rekenmodellen te valideren. Dat zijn enkele conclusies van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof, dat vandaag het rapport ‘Niet uit de lucht gegrepen’ presenteerde in Den Haag.
Ondanks dat het adviescollege (ook wel commissie-Hordijk genoemd) stelt dat de wetenschappelijke kwaliteit van de meet- en rekenmethodiek rondom stikstof ‘voldoende’ is, staat het 60 pagina’s tellende rapport vol aanbevelingen.
Overzicht informatie is lastig
Zo stelt de commissie dat bij de berekeningen regelmatig de opdrachtgever en de uitvoerder dezelfde partij bleken te zijn. Dat komt de objectiviteit en transparantie van de rekenmodellen niet ten goede.
Zelfs de onderzoekers geven aan dat het ‘enige moeite heeft gekost om een samenhangend overzicht te krijgen van welke wetenschappelijke data, metingen en modellen precies waarvoor gebruikt worden en waar één en ander is vastgelegd’.
Onderzoekers van het Mesdag Zuivelfonds hebben al vaker gewezen op gebrek aan transparantie van de stikstofberekeningen.
Geen actuele onderzoeken in rekenmodellen
Volgens het rapport, dat in opdracht van de minister van Landbouw is opgesteld, dienen sommige emissieberekeningen verbeterd te worden, omdat berekende concentraties niet genoeg overeenkomen met metingen.
Ook blijkt dat er weinig is gedaan in de rekenmodellen met recente onderzoeken. Daarbij wordt gewezen naar onderzoeken waaruit bleek dat emissies bij het bemesten van grasland mogelijk met 10 procent worden overschat en dat stalemissies mogelijk 15 procent worden onderschat.
Meer metingen noodzakelijk
De onderzoekers constateren ook dat door bezuinigingen het aantal stikstofmetingen verminderd is en de rekenmodellen vooral zijn gebaseerd op al bestaande meetgegevens. De commissie adviseert daarom ook het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) van de huidige zes naar minimaal acht meetstations uit te breiden.
Ook vindt de commissie dat er meer verschillende varianten van stikstof gemeten moeten worden en dat het volgen van alleen de NH3- concentraties via deze metingen ‘onvoldoende is voor het beleid’.
De onderzoekers hadden nog te weinig tijd om de rekenmodellen van het rekenmodel Aerius te toetsen. Daarmee gaan ze aan de slag in de tweede fase van het onderzoek, dat in de zomer van dit jaar afgerond moet zijn.
Klik hier om het hele rapport te lezen.
REAGEER