vrijdag, 22 november, 2019 In 2017 had 46,2 procent van de Nederlandse melkveebedrijven geen fosfaatoverschot. Dat blijkt uit een nieuwe monitoring grondgebonden melkveehouderij, waarover landbouwminister Carola Schouten deze week de Tweede Kamer informeerde. Het onderzoek werd door Wageningen Economic Research (WER) uitgevoerd om de ontwikkelingen op het gebied van grondgebonden melkveehouderij in kaart te brengen. Door de introductie van fosfaatrechten en de uitvoering van het fosfaatreductieplan in de periode 2015-2017 constateerde WER schommelingen in dieraantallen en daarmee ook de fosfaatproductie. WER noemt 2016 dan ook een breukjaar, omdat in dat jaar eerst de koeienaantallen toenamen en later afnamen. Grote regionale verschillenEr zijn regionaal grote verschillen in grondgebondenheid. Zo schommelde in de periode 2015-2017 het percentage bedrijven zonder fosfaatoverschot in regio Zuid rond de 22 procent, terwijl dat in regio Oost op 35 procent lag en het voor de rest van Nederland 55 procent bedroeg. 31 mestgebiedenLandelijk heeft 30 procent van de bedrijven met melkvee een fosfaatoverschot van meer dan 20 kilogram per hectare. In het rapport gaf WER de verhouding in de 31 mestgebieden in 2015 aan. In de mestgebieden van het concentratiegebied Oost lag het aandeel tussen de 35 en 40 procent, behalve in Noord- en Oost-Veluwe (16 procent). In vijf van de zes mestgebieden van het concentratiegebied Zuid bedraagt het aandeel 59 procent of meer. Klik hier om het hele rapport te lezen.
0 reacties
|
Ruim 46 procent van de melkveebedrijven is grondgebonden
In 2017 had 46,2 procent van de Nederlandse melkveebedrijven geen fosfaatoverschot. Dat blijkt uit een nieuwe monitoring grondgebonden melkveehouderij, waarover landbouwminister Carola Schouten deze week de Tweede Kamer informeerde.
Het onderzoek werd door Wageningen Economic Research (WER) uitgevoerd om de ontwikkelingen op het gebied van grondgebonden melkveehouderij in kaart te brengen.
Door de introductie van fosfaatrechten en de uitvoering van het fosfaatreductieplan in de periode 2015-2017 constateerde WER schommelingen in dieraantallen en daarmee ook de fosfaatproductie. WER noemt 2016 dan ook een breukjaar, omdat in dat jaar eerst de koeienaantallen toenamen en later afnamen.
Grote regionale verschillen
Er zijn regionaal grote verschillen in grondgebondenheid. Zo schommelde in de periode 2015-2017 het percentage bedrijven zonder fosfaatoverschot in regio Zuid rond de 22 procent, terwijl dat in regio Oost op 35 procent lag en het voor de rest van Nederland 55 procent bedroeg.
31 mestgebieden
Landelijk heeft 30 procent van de bedrijven met melkvee een fosfaatoverschot van meer dan 20 kilogram per hectare. In het rapport gaf WER de verhouding in de 31 mestgebieden in 2015 aan. In de mestgebieden van het concentratiegebied Oost lag het aandeel tussen de 35 en 40 procent, behalve in Noord- en Oost-Veluwe (16 procent).
In vijf van de zes mestgebieden van het concentratiegebied Zuid bedraagt het aandeel 59 procent of meer.
Klik hier om het hele rapport te lezen.
REAGEER