Overige opbrengsten blijven gemiddeld bescheiden

De bijdrage van nevenactiviteiten aan het inkomen op melkveebedrijven is de afgelopen zes jaar weinig veranderd en blijft beperkt. Wel zijn er grote verschillen in neveninkomsten tussen bedrijven.

Dit blijkt uit een analyse van Alfa Accountants van de jaarcijfers van melkveebedrijven over de jaren 2015 tot en met 2020.

Bijdrage melkvee 89 procent

Gemiddeld over deze zes jaren haalden de Alfa-klanten per 100 kilo melk 38,2 euro aan inkomsten uit melkvee en 0,7 euro uit het bouwplan (onder andere verkoop voer, aanvoer mest en beheersvergoedingen). Overige opbrengsten waren in deze jaren gemiddeld goed voor ruim vier euro per 100 kilo melk. Hiermee ligt de bijdrage van het melkvee aan de totaalopbrengsten op bijna 89 procent met een spreiding van 87 tot 91 procent tussen de zes jaren.

Gemiddeld niet meer neveninkomsten

‘Op basis van de cijfers zien we over de afgelopen zes jaar geen grote verschuiving naar meer neveninkomsten’, concludeert Alfa. Bij deze conclusie plaatst het accountantskantoor wel een belangrijke kanttekening. Neveninkomsten zijn niet altijd zichtbaar in de jaarcijfers van het melkveebedrijf, bijvoorbeeld als het gaat om inkomsten uit loondienst of een neventak met een eigen boekhouding.

Tot 80.000 euro extra

Alfa ziet de verschillen in neveninkomsten tussen bedrijven wel toenemen. In 2020 haalden de 25 procent hoogst scorende bedrijven gemiddeld 6,11 euro per 100 kg melk aan overige opbrengsten, waar dat op de 25 procent laagst scorende bedrijven gemiddeld 2,49 euro was. ‘Dit betekent dat op een gemiddeld bedrijf met een miljoen kg melk op jaarbasis ruim 36.000 euro extra aan opbrengsten werd gerealiseerd. En op individueel bedrijfsniveau zien we verschillen tot wel 80.000 euro op jaarbasis. Er zijn dus wel degelijk mogelijkheden om via nevenactiviteiten het inkomen te verhogen’, concludeert Alfa.