woensdag, 14 juli, 2021 Emissiearme vloeren leveren in de praktijk niet de reductie van ammoniakemissie op die ze op papier beloven. Deze conclusie komt bovendrijven uit een onderzoek van Wageningen Livestock Research, CLM Onderzoek en Advies en Monteny Milieu Advies [ON1]. De uitkomsten van deze metingen in de praktijk voeden de twijfel over de effectiviteit van emissiearme vloeren. Roostervloeren op de normIn opdracht van het ministerie van LNV voerden de onderzoekers ruim een jaar lang emissiemetingen uit in melkveestallen op 18 bedrijven. Het onderzoek was gericht op methaan, maar de uitvoerders namen ook ammoniak en lachgas mee. Gemiddeld kwam de ammoniakuitstoot uit op 13,4 kg per dierplaats per jaar. Op de twaalf bedrijven met roostervloeren lag de uitstoot gemiddeld op 13,9 kg ammoniak per dierplaats per jaar, wat ongeveer overeenkomt met de norm van 13 in de Regeling ammoniak en veehouderij (RAV). Emissiearme vloeren wijken afOp de zes bedrijven met elk een verschillende emissiearme vloer maten de onderzoekers gemiddeld 12,5 kg ammoniak per dierplaats per jaar met een standaardspreiding van 1,32 kg. Dat is weliswaar lager dan de emissie op bedrijven met roostervloeren, maar significant hoger dan de gemiddelde emissie van deze systemen op papier. Volgens de RAV-lijst zou deze op 9,5 kg ammoniak moeten liggen. Overigens week de emissie op de helft van deze zes bedrijven niet af van de emissiefactor. De onderzoekers berekenden ook dat de ammoniakuitstoot op de bedrijven met een emissiearme vloer in deze studie niet significant lager was dan de ammoniakuitstoot op bedrijven met roostervloeren. Onderzoeker twijfelt niet aan RAV-lijstDe conclusies geven voer aan de discussie over de effectiviteit van emissiearme stalvloeren. Volgens Nico Ogink, onderzoeker milleu en veehouderij bij Wageningen Livestock Research, mag uit dit onderzoek echter echt niet geconcludeerd worden dat emissiearme vloeren niet werken. ‘Het onderzoek was opgezet om methaanemissies te meten. Als we de ammoniakemissie van vloeren eerlijk hadden willen vergelijken, hadden we voor een andere proefopzet met grotere aantallen per vloersysteem gekozen’, legt hij uit. ‘De cijfers van emissiearme vloeren op de RAV-lijst zijn gebaseerd op deugdelijk onderzoek. We hebben geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze cijfers’, stelt Ogink. Aanleg en management luisteren nauwDe conclusie dat dit onderzoek op zijn minst aanleiding geeft om te twijfelen aan de werking van emissiearme vloeren in de praktijk weerlegt de onderzoeker niet. ‘Er kunnen tal van factoren zijn waarom de resulaten die we nu hebben gemeten, afwijken van de cijfers op de RAV-lijst’, vertelt Ogink. ‘Aanleggen van een emissiearme vloer luistert bijvoorbeeld nauw. Kleine afwijkingen van de voorschriften kunnen aanzienlijke gevolgen hebben voor het effect op de ammoniakemissie’, geeft hij aan. Effect strooisel en slijtage‘Daarbij hebben we in de praktijk te maken met slijtage aan de vloer, maar ook aan de rubbers op de mestschuif, waardoor plassen niet goed worden afgevoerd. We weten bovendien niet wat het effect is van dikkemestfractie als boxstrooisel op de ammoniakemissie, een praktijk die veel in nieuwe emissiearme stallen wordt toegepast. En hoe groot is de invloed van doorsteken die niet emissiearm zijn uitgevoerd?’, somt hij een aantal vragen op. In opdracht van de ministeries van LNV en IenW zal vervolgonderzoek worden opgezet om de factoren in beeld te brengen die de werking van emissiearme vloeren beïnvloeden. Daarnaast zou Ogink graag meer metingen willen doen aan stalvloeren die enkele jaren in gebruik zijn. Het rapport ‘Monitoring van methaan-, ammoniak-, en lachgasemissies uit melkveestallen’ is hier te downloaden.
2 reacties
|
Onderzoek voedt twijfel aan effect van emissiearme vloeren
![]() |
Emissiearme vloeren leveren in de praktijk niet de reductie van ammoniakemissie op die ze op papier beloven.
Deze conclusie komt bovendrijven uit een onderzoek van Wageningen Livestock Research, CLM Onderzoek en Advies en Monteny Milieu Advies [ON1]. De uitkomsten van deze metingen in de praktijk voeden de twijfel over de effectiviteit van emissiearme vloeren.
Roostervloeren op de norm
In opdracht van het ministerie van LNV voerden de onderzoekers ruim een jaar lang emissiemetingen uit in melkveestallen op 18 bedrijven. Het onderzoek was gericht op methaan, maar de uitvoerders namen ook ammoniak en lachgas mee.
Gemiddeld kwam de ammoniakuitstoot uit op 13,4 kg per dierplaats per jaar. Op de twaalf bedrijven met roostervloeren lag de uitstoot gemiddeld op 13,9 kg ammoniak per dierplaats per jaar, wat ongeveer overeenkomt met de norm van 13 in de Regeling ammoniak en veehouderij (RAV).
Emissiearme vloeren wijken af
Op de zes bedrijven met elk een verschillende emissiearme vloer maten de onderzoekers gemiddeld 12,5 kg ammoniak per dierplaats per jaar met een standaardspreiding van 1,32 kg. Dat is weliswaar lager dan de emissie op bedrijven met roostervloeren, maar significant hoger dan de gemiddelde emissie van deze systemen op papier. Volgens de RAV-lijst zou deze op 9,5 kg ammoniak moeten liggen.
Overigens week de emissie op de helft van deze zes bedrijven niet af van de emissiefactor. De onderzoekers berekenden ook dat de ammoniakuitstoot op de bedrijven met een emissiearme vloer in deze studie niet significant lager was dan de ammoniakuitstoot op bedrijven met roostervloeren.
Onderzoeker twijfelt niet aan RAV-lijst
De conclusies geven voer aan de discussie over de effectiviteit van emissiearme stalvloeren. Volgens Nico Ogink, onderzoeker milleu en veehouderij bij Wageningen Livestock Research, mag uit dit onderzoek echter echt niet geconcludeerd worden dat emissiearme vloeren niet werken. ‘Het onderzoek was opgezet om methaanemissies te meten. Als we de ammoniakemissie van vloeren eerlijk hadden willen vergelijken, hadden we voor een andere proefopzet met grotere aantallen per vloersysteem gekozen’, legt hij uit. ‘De cijfers van emissiearme vloeren op de RAV-lijst zijn gebaseerd op deugdelijk onderzoek. We hebben geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze cijfers’, stelt Ogink.
Aanleg en management luisteren nauw
De conclusie dat dit onderzoek op zijn minst aanleiding geeft om te twijfelen aan de werking van emissiearme vloeren in de praktijk weerlegt de onderzoeker niet. ‘Er kunnen tal van factoren zijn waarom de resulaten die we nu hebben gemeten, afwijken van de cijfers op de RAV-lijst’, vertelt Ogink. ‘Aanleggen van een emissiearme vloer luistert bijvoorbeeld nauw. Kleine afwijkingen van de voorschriften kunnen aanzienlijke gevolgen hebben voor het effect op de ammoniakemissie’, geeft hij aan.
Effect strooisel en slijtage
‘Daarbij hebben we in de praktijk te maken met slijtage aan de vloer, maar ook aan de rubbers op de mestschuif, waardoor plassen niet goed worden afgevoerd. We weten bovendien niet wat het effect is van dikkemestfractie als boxstrooisel op de ammoniakemissie, een praktijk die veel in nieuwe emissiearme stallen wordt toegepast. En hoe groot is de invloed van doorsteken die niet emissiearm zijn uitgevoerd?’, somt hij een aantal vragen op.
In opdracht van de ministeries van LNV en IenW zal vervolgonderzoek worden opgezet om de factoren in beeld te brengen die de werking van emissiearme vloeren beïnvloeden. Daarnaast zou Ogink graag meer metingen willen doen aan stalvloeren die enkele jaren in gebruik zijn.
Het rapport ‘Monitoring van methaan-, ammoniak-, en lachgasemissies uit melkveestallen’ is hier te downloaden.
Reacties
Als dat meten dan zo moeilijk
normaalweg onderzoekt men
REAGEER