donderdag, 11 juni, 2020 Duurzame zuivelstromen zijn niet duurzaam voor de Nederlandse veehouder. Dat is de conclusie die getrokken wordt in het rapport Houdbare Melk. In het rapport worden de mogelijkheden onderzocht waarop groepen veehouders afspraken kunnen maken met retailers over duurzaamheidseisen en eerlijke vergoedingen voor de gemaakte kosten. Geen draagvlak en enkele inkooporganisatiesDe onderzoekers keken naar een Brits voorbeeld, het zogenoemd Cost of Production plus Profit (COP-PP) model, dat in Groot Brittannië al 12 jaar draait. Daar worden duurzaamheidseisen voor de melkproductie en de vergoedingen daarvoor objectief berekend en betaald. Voor het verkorten van de keten (een directe samenwerking tussen retailer en boer) lijkt in de Nederlandse situatie geen draagvlak en onvoldoende marktvolume te zijn. 'Concentratie van retailers bij enkele inkooporganisaties maakt dat zij gezamenlijk zuivel inkopen met weinig differentiatie in melkstromen', zo schrijven de onderzoekers. De extra kosten die boeren moeten maken om duurzaamheidscriteria in hun bedrijf te implementeren worden niet onafhankelijk berekend en niet volledig uitbetaald. Lid van coöperatie werkt negatiefDe onderzoekers stellen dat het lidmaatschap van grote zuivelcoöperaties een belangrijke reden is dat het Britse voorbeeld in Nederland niet zal gaan werken. Coöperatieboeren die duurzame melk produceren, krijgen de meerprijs niet volledig uitbetaald. Dit is momenteel binnen de coöperatie nog niet toegestaan vanuit het principe dat alle leden evenveel uitbetaald moeten worden. Het project Houdbare melk was een initiatief van Netwerk GRONDig en had in Milieudefensie en Living Lab Fryslân als projectpartners. Klik hier om het rapport te lezen.
0 reacties
|
Duurzame zuivel mist transparant verdienmodel
Duurzame zuivelstromen zijn niet duurzaam voor de Nederlandse veehouder.
Dat is de conclusie die getrokken wordt in het rapport Houdbare Melk. In het rapport worden de mogelijkheden onderzocht waarop groepen veehouders afspraken kunnen maken met retailers over duurzaamheidseisen en eerlijke vergoedingen voor de gemaakte kosten.
Geen draagvlak en enkele inkooporganisaties
De onderzoekers keken naar een Brits voorbeeld, het zogenoemd Cost of Production plus Profit (COP-PP) model, dat in Groot Brittannië al 12 jaar draait. Daar worden duurzaamheidseisen voor de melkproductie en de vergoedingen daarvoor objectief berekend en betaald.
Voor het verkorten van de keten (een directe samenwerking tussen retailer en boer) lijkt in de Nederlandse situatie geen draagvlak en onvoldoende marktvolume te zijn. 'Concentratie van retailers bij enkele inkooporganisaties maakt dat zij gezamenlijk zuivel inkopen met weinig differentiatie in melkstromen', zo schrijven de onderzoekers. De extra kosten die boeren moeten maken om duurzaamheidscriteria in hun bedrijf te implementeren worden niet onafhankelijk berekend en niet volledig uitbetaald.
Lid van coöperatie werkt negatief
De onderzoekers stellen dat het lidmaatschap van grote zuivelcoöperaties een belangrijke reden is dat het Britse voorbeeld in Nederland niet zal gaan werken. Coöperatieboeren die duurzame melk produceren, krijgen de meerprijs niet volledig uitbetaald. Dit is momenteel binnen de coöperatie nog niet toegestaan vanuit het principe dat alle leden evenveel uitbetaald moeten worden.
Het project Houdbare melk was een initiatief van Netwerk GRONDig en had in Milieudefensie en Living Lab Fryslân als projectpartners.
Klik hier om het rapport te lezen.
REAGEER