dinsdag, 15 december, 2020 De lengte van de tussenkalftijd heeft nauwelijks invloed op het saldo. Dit stelt Hans de Bie in de decemberuitgave van Cijfers die Spreken, een online artikelreeks van Alfa Accountants en Adviseurs. ‘Sommige onderzoekers stellen dat een korte tussenkalftijd economisch voordeliger zou zijn dan een langere tussenkalftijd. Alfa heeft hiervoor de technische en financiële kengetallen van de melkveebedrijven geanalyseerd. Wat daaruit blijkt, is dat de tussenkalftijd nagenoeg geen invloed heeft op het saldo’, concludeert hij. Hogere melkopbrengstOm bij deze conclusie te komen, werden de veehouders die klant zijn bij Alfa opgedeeld in groepen op basis van tussenkalftijd. De groep met 25% laagste en 25% hoogste tussenkalftijd (tkt) zijn met elkaar vergeleken. De lage tkt komt neer op een gemiddelde van 389 dagen, waar de hoge tkt neer komt op 447 dagen. Op de melkveebedrijven met de lagere tkt blijkt de melkproductie per koe 834 kg hoger te zijn dan op de bedrijven met de de hogere tkt. Omgerekend naar kilo's vet en eiwit produceren de bedrijven met een lage tkt 57 kg meer vet en eiwit per koe per jaar. Weinig verschil in afvoerleeftijdDe post omzet en aanwas is bij bedrijven met een lage tkt 60 cent per 100 kg melk hoger. Dit komt door de extra kalveren die geboren worden en het minder aankopen van vee. De gemiddelde afvoerleeftijd is op de bedrijven met een lage tkt 4 maanden lager. Risico’s rondom droogstandEen hogere tkt is gunstig voor de melkveekosten, die bestaan uit veeverbering, diergezondheidskosten, strooiselkosten en overige veekosten. De totale melkveekosten zijn 17 cent per 100 kg melk lager bij hoge tkt, waarin het grootste verschil zit in diergezondheid en strooiselkosten. Volgens De Bie komt dit door risico’s rondom de droogstand. ‘Bij een kortere tkt heeft een koe vaker te maken met de risico’s rondom de droogstand. Dit heeft betrekking op de risico’s bij het afkalven en de opstart van een nieuwe lactatie, zoals bijvoorbeeld het risico op het krijgen van melkziekte.’ Persistente of vruchtbare veestapelVoor het saldo van het bedrijf maakt het volgens Alfa dus weinig verschil of een tkt hoog of laag is, maar het verschilt uiteraard per bedrijf wat het beste uitpakt. ‘Een lage tkt is alleen te behalen met een gezonde, vruchtbare veestapel. Voor bedrijven met melkkoeien die een hoge persistentie hebben, is het niet wenselijk om een lage tkt na te streven’, concludeert De Bie. Het hele artikel, inclusief de berekeningen, is hier te vinden.
0 reacties
|
Alfa Accountants: ‘Tussenkalftijd beïnvloedt saldo nauwelijks’
![]() |
De lengte van de tussenkalftijd heeft nauwelijks invloed op het saldo.
Dit stelt Hans de Bie in de decemberuitgave van Cijfers die Spreken, een online artikelreeks van Alfa Accountants en Adviseurs. ‘Sommige onderzoekers stellen dat een korte tussenkalftijd economisch voordeliger zou zijn dan een langere tussenkalftijd. Alfa heeft hiervoor de technische en financiële kengetallen van de melkveebedrijven geanalyseerd. Wat daaruit blijkt, is dat de tussenkalftijd nagenoeg geen invloed heeft op het saldo’, concludeert hij.
Hogere melkopbrengst
Om bij deze conclusie te komen, werden de veehouders die klant zijn bij Alfa opgedeeld in groepen op basis van tussenkalftijd. De groep met 25% laagste en 25% hoogste tussenkalftijd (tkt) zijn met elkaar vergeleken. De lage tkt komt neer op een gemiddelde van 389 dagen, waar de hoge tkt neer komt op 447 dagen. Op de melkveebedrijven met de lagere tkt blijkt de melkproductie per koe 834 kg hoger te zijn dan op de bedrijven met de de hogere tkt. Omgerekend naar kilo's vet en eiwit produceren de bedrijven met een lage tkt 57 kg meer vet en eiwit per koe per jaar.
Weinig verschil in afvoerleeftijd
De post omzet en aanwas is bij bedrijven met een lage tkt 60 cent per 100 kg melk hoger. Dit komt door de extra kalveren die geboren worden en het minder aankopen van vee. De gemiddelde afvoerleeftijd is op de bedrijven met een lage tkt 4 maanden lager.
Risico’s rondom droogstand
Een hogere tkt is gunstig voor de melkveekosten, die bestaan uit veeverbering, diergezondheidskosten, strooiselkosten en overige veekosten. De totale melkveekosten zijn 17 cent per 100 kg melk lager bij hoge tkt, waarin het grootste verschil zit in diergezondheid en strooiselkosten. Volgens De Bie komt dit door risico’s rondom de droogstand. ‘Bij een kortere tkt heeft een koe vaker te maken met de risico’s rondom de droogstand. Dit heeft betrekking op de risico’s bij het afkalven en de opstart van een nieuwe lactatie, zoals bijvoorbeeld het risico op het krijgen van melkziekte.’
Persistente of vruchtbare veestapel
Voor het saldo van het bedrijf maakt het volgens Alfa dus weinig verschil of een tkt hoog of laag is, maar het verschilt uiteraard per bedrijf wat het beste uitpakt. ‘Een lage tkt is alleen te behalen met een gezonde, vruchtbare veestapel. Voor bedrijven met melkkoeien die een hoge persistentie hebben, is het niet wenselijk om een lage tkt na te streven’, concludeert De Bie.
Het hele artikel, inclusief de berekeningen, is hier te vinden.
REAGEER