Antibioticagebruik melkveesector stijgt 1,5 procent

Het antibioticagebruik in de melkveehouderij lag in 2017 1,5 procent hoger dan in het jaar ervoor. In de niet-melkleverende rundveesectoren is het gebruik afgelopen jaar met 2,7 procent gestegen.

Dat blijkt uit jaarrapport 2017 van de Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa). De stijging van het antibioticagebruik binnen de rundveehouderij wordt door de SDa vooralsnog als natuurlijke variatie in gebruik over de tijd beschouwd. Het gebruik in deze sectoren blijft namelijk nog altijd op een laag en aanvaardbaar niveau.

Andere sectoren hebben grote reducties gerealiseerd in het afgelopen jaar tot bijvoorbeeld 23,7 procent in de kalkoensector aan toe.

Zestien melkveebedrijven in actiegebied

Van de ruim 17.000 melkveebedrijven die Nederland telt, vielen er wat antibioticagebruik betreft afgelopen jaar maar 78 bedrijven in het signaleringsgebied en 16 bedrijven in het actiegebied. In hele procentpunten uitgedrukt valt in beide gebieden 0 procent van de bedrijven.

Dat is voor het eerst, want in 2016 viel 6 procent van de bedrijven in het signaleringsgebied. In 2013 had nog 42 procent van de melkveebedrijven een antibioticagebruik dat binnen het signaleringsgebied viel.

Meer antibiotica verkocht

In 2017 bedroeg de totale verkoop van antibiotica over alle diersoorten in totaal 181.097 kilo actieve stof. Dat was drie procent meer dan in 2016. Volgens de SDa wordt de extra verkoop ten opzichte van het over het algemeen gedaalde gebruik veroorzaakt door variatie in gebruik in niet-gemonitorde diersectoren en voorraadvorming.

Nieuw benchmarksysteem vanaf 2019

Omdat er steeds meer bedrijven komen die een aanvaardbaar antibioticagebruik hebben, wil SDa vanaf 2019 een ander benchmarksysteem introduceren. Tot nu toe werd het antibioticagebruik door bedrijven ingedeeld in streefgebied, signaleringsgebied en actiegebied.

Met ingang van 2019 komt er één benchmarkwaarde waarboven actie moet worden ondernomen om te komen tot een gebruik dat aanvaardbaar is. Het advies is om de benchmarkwaarde voor de melkveehouderij op 6 dierdagdoseringen te houden, een niveau dat nu de grens is voor het signaleringsgebied.