dinsdag, 18 februari, 2014 Hoe lang mag de ontwikkeling van een stalsysteem duren? Bij de ligboxenstal begon die zo’n vijftig jaar geleden, maar zelfs nu nog passen stalinrichters de vloeren, ligboxen en ventilatiesystemen aan. Is het dan reëel dat de veehouderijsector in één keer weet hoe de ideale vrijloopstal eruit moet zien? Een vrijloopstal is vriendelijk voor het welzijn, voor de diergezondheid en de levensduur van de koe. Dus goed voor het imago van de melkveehouderij en goed voor de portemonnee van de boer. Maar er zijn ook knelpunten. En het moet geen vijftig jaar duren – en liefst ook geen vijf – voordat die zijn opgelost. Exportpositie niet bedervenMet stip op één staat wat mij betreft de zorg rondom de melkkwaliteit. Tijdens een symposium over vrijloopstallen, vorige week in Bunschoten, wond Frank Driehuis er geen doekjes om. De onderzoeker bij NIZO Food Research waarschuwde dat compost als ligbedding leidt tot hogere aantallen thermofiele bacteriën in melk. Voor de volksgezondheid vormen deze bacteriën geen gevaar, maar met name in langhoudbare zuivel, zoals koffiemelk, kunnen de sporen van deze bacteriën bederf veroorzaken. FrieslandCampina krijgt zelfs al klachten van klanten uit warme landen. De exportpositie van Nederlandse zuivel loopt gevaar en dat terwijl het grootste deel van de zuivelproductie naar buitenlandse monden verdwijnt. Humest afvoeren en drijfmest aanvoerenDan is er nog het knelpunt rond de emissie van stikstofgassen uit vrijloopstallen. Eind vorig jaar werd duidelijk dat de emissie van ammoniak en lachgas in vrijloopstallen hoger is dan in ligboxenstallen. En de stikstof die boeren met een vrijloopstal verliezen aan emissie, is niet meer beschikbaar voor het gewas. Bovendien is het grootste deel van de stikstof in vrijloopstallenmest (humest) organisch gebonden en komt daarom erg traag vrij. In de praktijk betekent dit dat boeren vrijloopstallenmest afvoeren en drijfmest aanvoeren. Want om de grasgroei in het voorjaar vlot op gang te helpen, is juist voldoende snel beschikbare stikstof nodig. Financieel kan het afvoeren van humest en het aanvoeren van drijfmest nog wel aantrekkelijk zijn; humest is immers waardevol als bodemverbeteraar. Maar uit oogpunt van ammoniakemissie is het onvoordelig: drijfmest heeft tijdens aanwenden een veel hogere emissie dan humest. De vrijloopstal is een weldaad voor de koe, maar het stalsysteem verkeert wel in een kwetsbare positie. En dat moet geen vijftig jaar duren – en liefst ook geen vijf.
5 reacties
|
Vogelvrije vrijloopstal
Hoe lang mag de ontwikkeling van een stalsysteem duren? Bij de ligboxenstal begon die zo’n vijftig jaar geleden, maar zelfs nu nog passen stalinrichters de vloeren, ligboxen en ventilatiesystemen aan. Is het dan reëel dat de veehouderijsector in één keer weet hoe de ideale vrijloopstal eruit moet zien?
Een vrijloopstal is vriendelijk voor het welzijn, voor de diergezondheid en de levensduur van de koe. Dus goed voor het imago van de melkveehouderij en goed voor de portemonnee van de boer. Maar er zijn ook knelpunten. En het moet geen vijftig jaar duren – en liefst ook geen vijf – voordat die zijn opgelost.
Exportpositie niet bederven
Met stip op één staat wat mij betreft de zorg rondom de melkkwaliteit. Tijdens een symposium over vrijloopstallen, vorige week in Bunschoten, wond Frank Driehuis er geen doekjes om. De onderzoeker bij NIZO Food Research waarschuwde dat compost als ligbedding leidt tot hogere aantallen thermofiele bacteriën in melk. Voor de volksgezondheid vormen deze bacteriën geen gevaar, maar met name in langhoudbare zuivel, zoals koffiemelk, kunnen de sporen van deze bacteriën bederf veroorzaken. FrieslandCampina krijgt zelfs al klachten van klanten uit warme landen.
De exportpositie van Nederlandse zuivel loopt gevaar en dat terwijl het grootste deel van de zuivelproductie naar buitenlandse monden verdwijnt.
Humest afvoeren en drijfmest aanvoeren
Dan is er nog het knelpunt rond de emissie van stikstofgassen uit vrijloopstallen. Eind vorig jaar werd duidelijk dat de emissie van ammoniak en lachgas in vrijloopstallen hoger is dan in ligboxenstallen. En de stikstof die boeren met een vrijloopstal verliezen aan emissie, is niet meer beschikbaar voor het gewas. Bovendien is het grootste deel van de stikstof in vrijloopstallenmest (humest) organisch gebonden en komt daarom erg traag vrij. In de praktijk betekent dit dat boeren vrijloopstallenmest afvoeren en drijfmest aanvoeren. Want om de grasgroei in het voorjaar vlot op gang te helpen, is juist voldoende snel beschikbare stikstof nodig.
Financieel kan het afvoeren van humest en het aanvoeren van drijfmest nog wel aantrekkelijk zijn; humest is immers waardevol als bodemverbeteraar. Maar uit oogpunt van ammoniakemissie is het onvoordelig: drijfmest heeft tijdens aanwenden een veel hogere emissie dan humest.
De vrijloopstal is een weldaad voor de koe, maar het stalsysteem verkeert wel in een kwetsbare positie. En dat moet geen vijftig jaar duren – en liefst ook geen vijf.
Reacties
Dan kon het met dikke fractie
Ik zou wel eens wat bewijzen
JanBerends, Als koeien een
een goede ligboxenstal met
Klopt, maar dat zegt
REAGEER